Een baby! En dan? (deel 2): Het avontuur dat borstvoeding heet
Mariëtte (moeder van Casper, 2, en Nora, 1) vond het maar ingewikkeld: die allereerste periode met een baby. Daarom maakte ze speciaal voor Me-to-We de serie Een baby! En dan? Vandaag deel 2 waarin Mariëtte zichzelf al zag zitten: helemaal zen, met gulzig drinkende baby, de koningin van de borstvoeding. De realiteit was anders.
Lees ook: Er was eens een vrouw die borstvoeding gaf.
“Borstvoeding natuurlijk”, antwoordde ik niet zonder trots op de vraag van de verloskundige – ik was een week of 25 zwanger – wat voor voeding ik mijn toekomstige baby dacht te gaan toedienen. Duh, ik wel. Ik was niet zo’n moeder die er maar helemaal niet aan begon, die het maar gedoe vond. Nee, ik niet. (Vergeef me mijn geoordeel, inmiddels realiseer ik me hoe kortzichtig en irritant dat is). O, en ik had gelezen dat je er wel lekker van kon afvallen en ja, dat sprak me ook wel aan. Maar dat was natuurlijk verder geen overweging. Nee zeg, het idéé.
Borstvoeding was uiteraard het goede antwoord en vele folders over hoe geweldig dat allemaal zou zijn voor zowel mij als de baby waren mijn deel. “Maar,” zei ik er wel bij, “als het allemaal lukt, hè. Want dat weet je natuurlijk nooit.” Dat laatste klinkt als een zeer nuchtere, realistische toevoeging, maar eigenlijk zei ik het alleen maar omdat ik weleens vriendinnen had horen klagen wat een gedoe borstvoeding wel niet was. Ik wilde een kleine escape inbouwen, maar eigenlijk dacht ik: natuurlijk lukt dit. Het zag er altijd zo makkelijk uit, dus hoe ingewikkeld kon het zijn?
“Oké, dan gaan we hem nu even aanleggen.” Het was een paar maanden later en kersverse baby Casper lag net goed en wel op mijn buik toen het borstvoedingsfeest ging beginnen. Dat wilde ik ook graag, want ik had overal gelezen dat binnen mum van tijd aanleggen de slagingskansen aanzienlijk zou verhogen. Casper werd ter hoogte van mijn borst geparkeerd, snufte eens wat en hapte met z’n ogen dicht zo mijn halve borst naar binnen. Ik stond perplex. (Overigens, sorry voor dit gekwijl, en ik realiseerde het me pas bij mijn tweede kind, maar dit is echt wel een heel cool moment. Ik bedoel: dat zo’n pasgeboren, totaal verkreukelde baby met geen idee waar ie ineens in is beland dus gewoon wél weet: ha, dáár moet ik zijn. Ja, de natuur is prachtig. Nu weer even terug naar de werkelijkheid waar die baby vervolgens nog wel wat gewicht moet kweken door dat prachtige staaltje werk van Moeder Natuur.)
Casper zoog meteen als een dolle en twee verpleegkundigen stonden er goedkeurend bij te knikken. Dat deed hij een paar uur later nog eens en toen nog een keer, om er vervolgens de brui aan te geven. Mijn tepels werden aan een grondige inspectie onderworpen, maar de dienstdoende verpleegkundige kon ook niet verklaren waarom mijn kind het verder wel geloofde. Misschien kostte het hem te veel moeite, was de voorlopige conclusie, en daarom werd er een tepelhoedje aangerukt waarmee het beter zou moeten gaan. (Mocht je in deze situatie komen: denk heel even na voordat je eraan begint, aangezien een tepelhoedje een heel handig hulpmiddel is, maar niet als je wekenlang tijdens nachtvoedingen in het halfdonker dat ding in je bed moet proberen te vinden nadat de baby ‘m met dat kleine handje heeft weggerukt, maar vervolgens wel krijst omdat ie wil drinken en dat ^&*@#$%-hoedje nergens te bekennen is. En de baby zonder plastic pertinent weigert. Maar dat terzijde.)
Lees ook: Herkenbare post over borstvoedingstruggles gaat viraal.
Er kwam dus een tepelhoedje, Casper dronk weer, we gingen naar huis, Casper dronk nog steeds, de kraamverzorgster vond het allemaal goed gaan, behalve dan dat mijn kind na een paar dagen nog steeds alleen maar afviel. Er werden berekeningen gemaakt, hij ging naar zeven procent gewichtsverlies, naar acht, and counting. De verloskundige oordeelde dat mijn dappere borstvoedingspogingen leuk geprobeerd waren, maar dat het allemaal niet erg veel zoden aan de dijk zette. In came the kunstvoeding. Oké, dacht ik, prima, even een flesje erbij, beetje hulp voor Casper, beetje hulp voor mij, maar zo makkelijk was natuurlijk niet. Want: tepel-speenverwarring. Dat Casper intussen ook gulzig aan een fopspeen lurkte deed niet terzake: de poedermelk mocht hem niet bereiken middels een fles maar middels een slangetje, vastgebonden aan mijn pink, zodat hij zuigend op mijn pink ook meteen de melk zou drinken. Fingerfeeding heet het. Klinkt ingewikkeld, was vooral tijdrovend. Want ondertussen moest ik kolven om de melkproductie goed op gang te brengen en hoewel ik werd voorzien van de rolls-royce onder de kolven (geleend van de kraamzorginstantie, thuisbezorgd op zondagmiddag, er ging een wereld van zorg voor me open), was het alles bij elkaar opgeteld een aanzienlijke klus om Casper van wat melk te voorzien.
Het ging zo: eerst kolven, dan via het slangetje die melk geven, aangevuld met kunstvoeding, wat Casper allemaal tergend langzaam opdronk want het slangetje was zo klein dat dat heel veel moeite kostte. En dat het de helft van de tijd uit z’n mond schoot hielp ook niet, hoewel dat we probleem uiteindelijk wisten te tackelen door het slangetje aan onze pink vast te plakken. En o ja, tussendoor ook nog aanleggen voordat ie straks dacht dat melk uit vingers komt en de borst zou gaan weigeren. En dit niet alleen tijdens kantooruren maar gewoon het klokje rond. Ik had een lieve kraamverzorgster. Ze zei dat het niet aan mij lag en dat ik heus wel mocht balen van dat dit best wel zwaar was en ook dat het natuurlijk uiteindelijk wel leuk moest blijven. Maar gek genoeg: juist omdat ik wist dat ik ook kon stoppen, bleef ik doorgaan. Want stoppen kon altijd nog en ik was niet voor niks zover gekomen. Dan had ik mezelf net zo goed ál die moeite kunnen besparen, nu wilde ik dit laten slagen ook.
Het duurde meer dan een week, maar toen was Het Moment daar. Het Moment dat Casper zowaar aan één stuk door dronk, aan twee kanten, en daarna uitgeteld en megavoldaan twee uur onder zeil ging. De kick, mensen, de kick daarvan. Die is groot. Vanaf dat moment ging het beter. Ik mikte het slangetje in de prullenbak, retourneerde de rolls-royce kolf en schaamde me voor mijn overmoedige ‘hoe ingewikkeld kan het zijn-gedachten. Heel ingewikkeld. En tijdrovend. En onzeker-makend. Hulde aan lieve kraamverzorgsters, hulde aan iedereen die eerlijk toegeeft dat borstvoeding gewoon hard werken is. Want dat is het.
Lees ook: Borstvoeding versus flesvoeding: zoek de verschillen.