Hoe ik mijn peuterzoon een trauma bezorgde

26.02.2022 18:00


Televisiekijken, hoe moeilijk kan het zijn? Toch een stuk ingewikkelder dan Suzanne dacht. Nadat ze ooit een dinosaurus-film opzette voor haar (toen) tweejarige zoontje sliep hij nooit meer in zijn eigen bed.

LEES OOK: 10 Redenen om je kleuter achter een tablet te zetten

In de babytijd van mijn zoon was ik niet zo van de televisieschermen. Je weet wel, ik was zo’n moeder die zich had voorgenomen om het allemaal zo zen mogelijk te doen. En dacht dat mijn zoon daar ook wel iets mee zou kunnen. Toen bleek dat hij net wat meer op zijn vader met ADHD lijkt, restte mij niets anders dan hem voor de televisie planten als ik éven, héél even een momentje van rust wilde aan mijn hoofd. Ik herinner me nog die keer dat ik Netflix erbij pakte en door het kinderaanbod scrollde, toen mijn zoon over mijn schouder mee keek en ‘die’ uitriep.

‘Die’ was de film Dinosaur, van Disney. Mooi dacht ik: beetje educatief, sluit aan op zijn belevingswereld (hij had er een boek over van de bibliotheek), Disney. Hoe moeilijk kan het zijn? En drukte op afspelen. Mijn zoon was volledig gebiologeerd door alle grote wezens en hield eindelijk zijn gemak. Hèhè. Vanaf dat moment werd Dinosaur ons toevluchtsoord als er gekookt moest worden, de was opgeruimd, als mijn man en ik een gesprek wilden voeren. Of gewoon, nog even voor het slapengaan. Totdat mijn zoon zich steeds lastiger ging gedragen voor het naar bed gaan. Het begon ermee dat hij niet naar boven wilde, en als hij eenmaal in zijn bed lag, mochten we de kamer niet uit. Nu gebeurt dat wel vaker bij twee- en driejarigen. Verlatingsangst. Is een fase, dacht ik. Maar het werd steeds erger. Tot het moment dat we geen teen meer over de drempel mochten zetten, omdat hij extreem begon met krijsen en zichzelf overstrekkend tegen de spijlen van zijn eigen bedje aansmeet. Hooooo!

Daar schrokken we zo van, dat we erin mee gingen toen hij ons sommeerde op een stoeltje naast zijn bed te zitten tot hij sliep. Want hij was bang, zei hij. Voor de gordijnen, voor het donker. Maar vooral voor harde geluiden. En dus probeerden we alles. Gordijnen omdraaien, alle lampen aan, alle lampen uit en alleen een nachtlampje aan, honderd verhaaltjes voorlezen totdat-ie in slaap viel, een nieuw bed kopen, hem laten huilen en elke tien minuten terugkomen en dan toch maar niet meer, want hij raakte volledig in paniek. Dan maar bij ons in bed, maar na een week niet meer, want we konden er toen allemáál niet meer van slapen. Kortom, we maakten het met de dag alleen maar erger.

Een jaar later en volledig afgepeigerd, doordat we elke avond anderhalf uur naast zijn bed zaten om hem in slaap te krijgen, zaten we bij de psycholoog van het consultatiebureau. Die op een gegeven moment opperde: misschien heeft het iets te maken met de televisie… Kak, dacht ik. Dat is het! Met het schaamrood op de kaken moest ik toegeven dat ik de Kijkwijzer helemaal niet serieus had genomen (ach, kan toch wel, was mijn instelling) en mijn zoon naar films had laten kijken voor zes- tot twaalfjarigen. Wat hij blijkbaar geestelijk helemáál nog niet aankon. Wist hij veel dat dinosaurussen al lang zijn uitgestorven. In zijn belevingswereld stonden er elke avond drie T-rexen naast ons huis te schreeuwen om kinderarmen en -benen. No wonder dat hij bang was voor harde geluiden, de gordijnen, het donker en als papa en mama de kamer uitgingen. Maar ja, krijg dat maar eens uitgelegd.

Het laat zich raden dat onze zoon vanaf nu alleen nog maar Nijntje mag kijken totdat hij zes jaar is. En op aanraden van de psych hebben we zijn bed bij ons in de kamer gezet. Om te kijken of het zijn angst kan neutraliseren. Langzaam, heel langzaam werken we er naartoe dat hij uiteindelijk zélf, zonder ons in de kamer, zonder huilen, in zijn eigen bed rustig slaap kan vallen. Al ben ik heel bang dat dit nog minstens een jaar gaat duren. Ik zet nog eens een filmpje op. Zucht.

LEES OOK: Waarom ik nog langer weiger een entertainmentcentrum te zijn