Femke vraagt zich af: Moeten alle kinderen in dezelfde mal passen?
Zoveel mensen, zoveel wensen. Dat zei Femke’s oma vroeger altijd. Maar als het op scholing aankomt, moeten onze kinderen grotendeels in dezelfde mal passen. Oh wee als ze afwijken. Daar moet dan meteen wat aan gebeuren. Terwijl…wat zou er van onze buitenbeentjes terecht komen als we ze niet in een systeem probeerden te persen?
Wie mijn artikelen vaker leest, weet dat er nogal wat moeizaamheden in de opvoeding zijn geweest en dat we best opzagen tegen de eerste periode op school. Met recht, bleek al meteen op dag één, want Max wist niet hoe hij het had, toen hij die klas met dertig kinderen en dertig tafeltjes en stoeltjes binnen kwam lopen. Hij moest de juf een hand geven, stil zitten aan een tafeltje en zich een kwartier vermaken met een spelletje uit de kast. Een Kwartier. Een spelletje. Aan een tafeltje. Dat gebeurt thuis nooit. Ik probeer Max wel eens aan een tafel te zetten om hem iets te laten kleuren, maar dat is kras-kras-kras en hij rent weer naar zijn auto’s. Max houdt van rennen, bewegen, buiten, spelen.
Lees ook: De wonderlijke wereld van de basisschool (je kunt er maar beter op voorbereid zijn)
De eerste dagen van Max’ schoolcarrière waren, zoals verwacht, stormachtig. Daar zat hij dan. In een kring. De juf vroeg de kinderen in zijn klas of ze wisten op welk nummer ze woonden. Max wist het antwoord en begon het door de klas te gillen. Maar dat was natuurlijk niet de bedoeling. Hij moest zijn vinger opsteken. Maar toen hij dat deed kreeg hij niet de beurt. Hij moest Op Zijn Beurt Wachten. En wachten is vreselijk moeilijk voor onze zoon. Hij stond te hinken van zijn ene op zijn andere been en vroeg de juf: “Wanneer ben ik nou?” Toen hij eindelijk antwoord mocht geven en dat ook deed, was de euforie van korte duur. De juf ging de rest van de klas langs en Max bleef wiebelen op zijn stoel. Hij vond het allemaal maar saai, dat gewacht, terwijl het wat hem betreft al wel weer leuk geweest was. Hij wilde graag de poppenhoek verkennen. Hij keek dromerig naar buiten. Naar het speelplein met de grote glijbaan.
Er kwamen aanvaringen. Met de juf. Max wilde geen tekening maken. Max wilde zijn schoenen niet aantrekken. Max raakte gefrustreerd van een puzzel die te moeilijk was en smeet het ding over tafel, waarmee hij een werkstuk van een ander kind kapot maakte. De juf sprak in zinnen als: “We moeten dit even aankijken” en “Ik had een jongetje zoals Max en die bleek later adhd te hebben, ik zeg niet dat hij het heeft, maar nou ja…het is iets om over na te denken” en “Als dit zo doorgaat, moeten we echt verder gaan kijken”. Na drie weken zaten we bij de IB’er (dat is de sociaal werker va de school, die de probleemgevallen begeleidt). Ik vond dat wel fijn, want ik wil graag alle neuzen dezelfde richting in krijgen en Max zo goed mogelijk afleveren aan de maatschappij…
Maar aan de andere kant begon ik me door deze heftige overgang van kinderopvang naar school wel af te vragen of het nu goed is voor elk kind, zo’n schoolsysteem. Moeten we dit willen? Elk kind in dezelfde mal passen. Zelf was ik een kind dat heel gevoelig was voor hiërarchie en graag snel haar opdrachtjes maakte en goed wilde presteren en haar mond hield als de juf daar om vroeg, maar mijn kind heeft dat allemaal totaal niet. Hij volgt totaal zijn eigen pad. Ineens dacht ik: zo’n schoolsysteem neemt hem ook iets af. Zijn jonge honderigheid, zijn kinderlijke enthousiasme, zijn zelfgeleide interessegebieden. Plotsklaps moet hij zich aanpassen. Moet hij passen in curven. Wordt hij gemeten. Hij kan niet meer zijn eigen ritme bepalen, maar wordt in een ritme gedrild. En als je afwijkt, zoals Max doet, wordt dat met gefrons bekeken.
Ik snap het, hoor. Ik snap het helemaal. Ik bekijk mijn kind ook geregeld met gefrons, omdat ook ik hem in een bepaald patroon wil dwingen. Zo ben ik namelijk ook geprogrammeerd. Zo is onze hele maatschappij geprogrammeerd. Maar in feite schreeuwt mijn zoon natuurlijk al jaren uit dat hij behoefte heeft aan iets anders en dat wordt er wellicht niet beter op nu we hem ook nog eens dwingen in een schoolsysteem van armen over elkaar, stilzitten en luisteren naar de juf.
Het doet me werkelijk afvragen: waarom moeten alle kinderen in dezelfde mal? Ik hoor over kleuters die al in groep 1 naar logopedie moeten of als ze motorisch niet zo handig zijn meteen bij de fysiotherapeut terecht komen en dan denk ik: waarom eigenlijk. Wat willen we nu? Moet alles altijd maar perfect zijn? Moeten we in hetzelfde ritme tot ontwikkeling komen? Zeg nou zelf, de wereld wordt toch een stuk interessanter door de diversiteit aan mensen die erop rondloopt. Liever dat uit te buiten dan het te vervlakken. Wie weet is zo’n vrije school, die de ontwikkeling van het kind volgt, niet eens zo’n slecht idee.
Lees ook: Wat je niet moet zeggen tegen ouders van temperamentvolle kinderen