Vanaf maandag ga ik op dieet. Maar echt!
Koude, korte dagen, talloze feestjes, kinderen die elke dag met een lading snoep thuiskomen: Franke laat zich volledig gaan. Nou ja, niet op maandag, want dan begint ze steevast écht gezond. Alleen is ze dat voornemen vaak op woensdag alweer vergeten.
Lees ook: 13 waterdichte smoezen om niet te hoeven afvallen
Ik weet niet hoe het met jullie is dames, maar ik hou ervan, die decembermaand. Ondanks dat de zomer mijn favoriete seizoen is (palmbomen, cocktails, zwierige jurkjes en de geur van verse gamba’s met limoen op de BBQ, serieus wie houdt er niet van?), doet december ook aardig mee. De aftrap met Sint-Maarten is achter de rug, Sinterklaas is volop aanwezig, Sky Radio mag de hele dag weer aan, eindeloos foute kersttruien bekijken op de iPad, boom het hol inslepen, knutselen met de kinderen, prachtige verlichting overal, middagdutjes meedoen met Olle (2): ik hou ervan. Maar helaas is er nog iets waar ik enorm van hou: al dat tomeloze decembervoer.
Het begint met de snackrepen en Haribo-zakjes op Sint-Maarten. Ja hállo, zeg, dat kan ik mijn kleine kinderen van 4 en 2 toch niet aandoen, om dat helemaal in hun eentje op te eten? Zo’n moeder ben ik niet hoor, doorgaans komt er niet zoveel snoep ons huis in. Zij mochten dus allebei keurig 3 zakjes de meester maken (wat overigens alsnog uitmondde in een projectielbraken bij mijn oudste dochter. Uiteraard in de BMW. Want even drie seconden langer wachten tot we thuis waren, da’s geen uitdaging voor papa en mama – maar da’s een ander verhaal). Keurig namen wij als ouder de taak over van onze kinderen om die berg weg te werken. Ik kreeg er restless leggs van, maar ik vrat gestaag door. Niet te houwe.
Daarna gingen we moeiteloos door met de intocht van Sinterklaas. Enter: de pepernoten. Ik kan het niet, één pepernoot eten. Zodra ik aan dat spul begin, blijft dat snackhandje gáán. Knaag-knaag-knaag net zolang totdat mijn buikie barstte. Stiekem als de kinderen het niet zagen -kraak-kraak daar ging weer hééél voorzichtig een zakje open in de keuken en dribbel dribbel naar die zak blijven gaan, onder het mom van: ‘Zo even een slokje water, hoor!’
De weken erop kwam er van alles lekkers mee naar huis van school, kocht ik zelf eens échte gevulde speculaas nu het kan (niet te betalen, overigens), konden die drie oliebollen er ook nog bij, en hou ik nou eenmaal net als Renske van stoof en andere goed gevulde herfstgerechten waarvoor ik met liefde uren in de keuken sta. Kortom, ik ben in recordtempo aan het dichtslibben. Zodra de kinderen gaan slapen, ruk ik tot overmaat van ramp ook nog eens de kast open op zoek naar iets eetbaars, om een half uur later met een suikercoma mijn eigen nestje in te duiken.
Elk weekend, als ik voor de open haard zit met een glas wijn en een halve kilo salami met truffelsmaak en dikke plakken brie neem ik me voor: volgende week gaat het gezonder! Ja, ik noem het maar even gezonder, want aan crashdieten doe ik niet (meer). Heb ik jarenlang geprobeerd, jojo’de tot ik een ons woog (dat dan juist weer niet). Bovendien gaat het meer om gezond eten, jezelf uithongeren is zó Kate Moss-tijdperk (denk: 1998). Maar goed. Gezond eten dus. Elke dag koken, en lekker lichte, gezonde dingen. Uit mijn nieuwe kookboek van Nigella. Met versgesneden wokgroenten, lichte tofu, en vooral geen toetje. Dat neem ik me dan voor. Maar het gekke is: ik vergeet dat voornemen ergens halverwege de woensdag. Het is niet eens dat ik er dan geen zin meer in heb, gezonde kost, maar ik vergeet het gewoon écht. Dus gaat er opeens als ontbijt weer een chocoladebroodje in of trek ik ’s avonds voor de buis een zak M&M’s open. Komen de zwaardere vleesgerechten weer op tafel, en nou ja, appelmoes is toch ook een soort van groenten? en dan denk ik: nu we toch bezig zijn, kan ik net zo goed ook even die overgebleven en vergeten banketstaaf in mijn eentje naar binnen schuiven. Want het kan maar beter op zijn, en niet meer in huis, en ik kan nu maar beter nog even zondigen, dan dat ik dat maandag doe.
Ik weet niet wat het is, waarom ik mezelf zo voor de gek houd. Het zal wel iets biologisch zijn, dat mijn lichaam wil dat ik mezelf volplemp om aan een heerlijke winterslaap te beginnen. Dus waar ik op maandag denk: paprika als tussendoortje, kipfilet op de boterham en ’s avonds pompoensoep, denk ik woensdag opeens vanachter mijn vet gebraden beenham met biersaus, Vlaamse frites en een chocoladetaartje toe: dat was waar ook! Ik zou gezond gaan doen! Maar het gebeurt dus niet, in ieder geval niet langer dan twee dagen en al helemaal niet deze feestmaand. Alsof ik een spanningsboog heb van een halve week, aangaande dit onderwerp. Maar ik maak me er niet druk om hoor, want ik heb er voor de komende weken iets briljants op gevonden, al zeg ik het zelf: ik kom geen gram aan. Echt niet. Hoe me dat lukt? De weegschaal staat tot 1 januari op zolder. In het stookhok. Zonder batterijen erin. Ja, ik steek mijn kop in het zand, want anders moet ik nú gaan hardlopen en als er iets is waar ik nú echt geen zin in heb met die kou, dan is het wel hardlopen. Ik geef het ruiterlijk toe; ik wil genieten van al die pepernoten, taaitaaipoppen, kerstkransjes, kaasfondues, liters wijn. Zo vaak maak je dat nou ook allemaal niet mee in je leven. Toch?
1 januari doe ik een nieuwe poging. Dan ga ik er echt voor. Helemaal gezond. Beloofd.
Lees ook: 6 x wat je kunt doen als je er even doorheen zit (met lijnen dus!)