12 Dingen waar ik geen fuck meer om geef sinds ik moeder ben

12.10.2019 05:00


Heb je eenmaal kinderen, dan krijg je er een heleboel bij in je leven, maar je raakt ook wat dingen kwijt. Tijd en energie bijvoorbeeld, die je normaal besteedde aan je druk maken over van alles en nog wat, maar waar je echt geen twee seconden meer bij stil staat. 

LEES OOK: 10 Kleine dingen in het ouderleven die gevierd moeten worden.

* Gezond eten. Je gaat heus niet iedere dag met het gezin door de McDrive, maar zo druk als je je eerst kon maken over je healthy lifestyle en zo arrogant als je eerst was over kinderen die geen groenten willen eten (want echt niet dat die van jou vier keer per week spaghetti bolo zouden krijgen, of weg zouden komen met het eten van één luizige wortel per avond), zo relaxed ben je nu. Wie kinderen heeft die de babyleeftijd ontgroeid zijn en dus samenwoont met personen die al een zenuwinzinking krijgen als ze alleen maar snippertje peterselie in hun eten zien (want: groen), weet dat de weg van de minste weerstand uiteindelijk ook naar Rome leidt. Uiteindelijk zullen ze echt niet meer leven op alleen blote macaroni en plakjes komkommer. En gelukkig zijn er vitaminepillen.

* ‘Schermtijd’. De berichten dat je kinderen ernstige hersenverweking oplopen van teveel tijd achter een beeldscherm vliegen je om de oren. En toen ik nog geen kinderen had riep ik ook: geen tv totdat ze in groep 7 zitten en dan ook nog maar een half uurtje per dag. Inmiddels maak ik me niet meer zo druk. Mijn kinderen zitten echt niet het hele weekend achter de iPad, maar meer dan een uur per dag halen ze op menig regenachtige zondag echt wel. En het zijn nog steeds geen apathische zombie’s met een achtergebleven I.Q. Schermen zijn soms je reddingsboei als ouder. Daar moet je je dus vooral aan vastklampen.

* Altijd maar aardig zijn. Dat vond ik vroeger heel belangrijk: dat iedereen me aardig vond. Ik probeerde altijd iedereen te vriend te houden, ook als ze tegen mij helemaal niet zo aardig waren. Inmiddels doe ik dat niet meer. Ik heb wel wat beters te doen, zoals bijvoorbeeld het in leven houden van drie minimensen. Dat betekent niet dat ik nu maar te pas en te onpas de bitch loop uit te hangen, maar als mensen mij niet zo aardig vinden omdat ik niet in hun straatje pas, dan is dat maar zo. We kunnen niet allemaal beste vrienden zijn.

* De kledingcombinaties van mijn kinderen. Op de outfits van mijn peuter heb ik nog enige invloed, maar mijn oudste twee gaan met regelmatig door het leven als Pipo de Clown. Die zoeken hun eigen kleding uit en over smaak valt niet te twisten, zullen we maar zeggen. Maar ik ben al lang blij dat ze hun hoofd niet meer door de armsgaten van hun t-shirt proberen te proppen, dus ik tel mijn zegeningen.

* Mijn kledingcombinaties. Naarmate mijn kinderen ouder worden komt mijn fashion sense weer een beetje terug, maar waar ik vroeger rustig een uur voor mijn kast kon staan om een perfecte outfit te kiezen, weet ik nu dat dat eigenlijk verspilde moeite is. Uiteindelijk komt die perfecte outfit toch onder de pindakaas, spuug en/of poepvlekken te zitten, dus ik kan me al die moeite net zo goed besparen. Het geld ook trouwens.

* FOMO. Oftewel: Fear Of Missing Out. Vroeger had ik dat. Dat opgejaagde gevoel dat je niks mocht missen. Dat je overal bij moest zijn en als je er dan was, dat er dan ergens anders wel weer iets leuker/beters/groters/mooiers te doen was. Tegenwoordig ben ik vooral blij als ik ‘s avonds lekker op de bank kan ploffen. Geen plek waar ik dan liever zou willen zijn. Bovendien weet ik dat al mijn vriendinnen ook in hun huispak voor Netflix zitten, dus iets missen kan niet eens meer.

* Cellulitis, rimpels, rolletjes en putjes. Ik heb drie kinderen gekregen. DRIE. Dat mijn lijf het überhaupt nog niet begeven heeft vind ik een prestatie. Trouwens, al had ik maar een kwart kind gekregen, dan nog interesseerde het me niet dat ik niet langer het lijf van een Victoria’s Secret Angel heb. Een mooi lichaam is leuk, maar een gezond en krachtig lichaam, dat is het voornaamste.

* Dat mijn huis niet VT Wonen proof is. Doorgaans is mijn huis een soort ontplofte, plakkerige, speelgoedbom. Vroeger kreeg ik in huizen van mensen met kinderen een acute OCD aanval en moest ik me bedwingen om niet alles op te ruimen en recht te zetten en die mensen daarna stiekem te veroordelen omdat ze kennelijk niet in staat waren een fatsoenlijk huishouden te runnen. Nu ik kinderen heb weet ik dat je op kunt ruimen en schoon kunt maken tot je een ons weegt, maar dat er voor alles wat je wegzet weer drie andere dingen op de grond belanden (zoals glazen met limonade). Aan het eind van de dag vegen we al het speelgoed in een hoek van de kamer en zolang de stofplukken nog niet onder de bank vandaan komen dwarrelen en we niet aan het laminaat blijven plakken als we rondlopen, vind ik het schoon.

* Dingen die in de mode zijn. Vroeger was het volgen van trends al niet mijn sterkste kant, maar tegenwoordig weet ik al helemáál niet meer wat de must have/do/see du jour is. Ik vind bepaalde kleding altijd pas leuk als het inmiddels als retro bestempeld mag worden, weet pas sinds gisteren wat een conceptstore, en wie Kim Kardashian is en als het gaat om muziek ben ik helemaal hopeloos; naar mijn idee zijn de Backstreet Boys nog steeds dé artiesten van dit moment.

* Alles voor elkaar krijgen. Dat lukt niet met een roedel kinderen die de hele dag achter je aan lopen. Als ik de helft van mijn to do list weet af te vinken op een dag, heb ik wat mij betreft een schouderklopje verdiend. En als er helemaal niks gelukt is, dan is er morgen altijd weer een dag.

* Opvoeden. Ik leer mijn kinderen dat ze met mes en vork moeten eten en niet in het openbaar in hun neus mogen peuteren. En iets met alsjeblieft en dankjewel enzo. Maar alle opvoedregeltjes en methodes waar je tegenwoordig mee dood gegooid wordt heb ik al heel snel gelaten voor wat ze zijn. De meeste kinderen komen prima, vrijwel uit zichzelf, op hun pootjes terecht. Zolang je er maar genoeg boterhammen met pindakaas, mandarijntjes, en liefde in stopt.

* Vergelijken. Een groot deel van mijn leven ben ik (en met mij heel veel vrouwen) bezig geweest mezelf langs de spreekwoordelijke meetlat te leggen. Wat bijzonder frustrerend was, want er is altijd wel iemand leuker/beter/mooier/slanker/succesvoller/rijker/slimmer/grappiger/populairder dan jij. Wat ik alleen niet zag is dat al die geweldige mensen ook hun onzekerheden en gebreken hadden en zichzelf net zo goed met anderen vergeleken. Zo draaien we met z’n allen in hetzelfde vicieuze cirkeltje van zelfhaat rond en daar wordt helemaal niemand beter van. Tegenwoordig vergelijk ik mezelf met helemaal niemand meer. Ik ben ik en dat is prima.

LEES OOK: 10 Dingen die onmogelijk worden als je kinderen hebt.