Waarom we nog STEEDS ploetermoeder zijn (ondanks de ‘papaman’)

13.05.2015 17:00


Volgens NRC mag je jezelf geen ploetermoeder meer noemen, omdat er tegenwoordig de ‘papaman’ is. Femke vindt dit onzin, want er zijn nog steeds een heleboel dingen die de ‘papaman’ aan zijn neus voorbij laat gaan.

Afgelopen weekend las ik in NRC een artikel waarin stond dat vrouwen zichzelf geen ploetermoeder meer kunnen noemen (weet je het nog? een ploetermoeder is een vrouw die en werkt en voor de kinderen zorgt, het huishouden doet en ook nog een sociaal leven heeft). Nu vind ik de benaming ploetermoeder niet zo’n heel fijne, dus wat mij betreft kunnen we de term schrappen, maar feit is natuurlijk dat we het met zijn allen nog steeds ZIJN. Volgens de schrijfster van het stuk hebben we echter niet meer zoveel te klagen, want de papaman is opgestaan. Wie? Juist, ja, de papaman. Hij is de man die tijd in zijn kinderen steekt, net zoals zijn vrouw één dag minder in de week is gaan werken, om half zes de deur uitrent omdat hij zijn kinderen van de opvang moet halen en midden in een vergadering kan opstaan omdat zijn 2-jarige peuter koorts heeft en de crèche gebeld heeft. De papaman is bovendien trots op zijn rol en laat dat merken ook, door gewoon met de maxicosi in een café te gaan zitten.

LEES OOK:  5 redenen waarom de jonge vaders het heus niet zo slecht bedoelen

Ik heb zo’n papaman en laat ik voorop stellen dat ik superblij met hem ben. Aan de andere kant vind ik het in deze tijd ook niet meer dan normaal dat, als man en vrouw evenveel werken, zij ook de zorg voor het kind evenredig verdelen. Waaraan de schrijfster van het NRC-artikel mijns inziens nogal snel voorbij ging, was dat de (huishoudelijke) taken nog steeds niet gelijk verdeeld zijn. Dat kreeg in haar stuk op het laatst nog een haastige alinea. Terwijl daar wat mij betreft het hele probleem ligt. Want waar de vaders nu werken en voor het kind zorgen, zijn de moeders nog steeds én aan het werken én voor het kind aan het zorgen EN aan het huishouden. Ik werd er gisteren weer woedend van toen ik om 20 uur ’s avonds nog de ramen stond te lappen/de keuken sopte/ de plee schrobde, terwijl meneer Game of Thrones zat te kijken. En dan krijg je van diezelfde man (of de buitenwereld) te horen dat je gewoon moet aangeven wat je wilt dat hij doet, maar het hele ding is dat je zo graag wilt dat hij ZELF ziet wat er gedaan moet worden. Want er zijn zoooooveeeeel dingen die mannen niet oppakken en vrouwen dus vanzelfsprekend maar weer voor hun rekening nemen…

* Een nieuwe wc-rol ophangen

* uberhaupt bedenken dat er nieuw toiletpapier moet komen

* Zien dat jullie peuter uit zijn zomerjas is gegroeid en zelfstandig een nieuwe gaan shoppen (hoe heerlijk zou dat zijn?)

* Rondslingerend nijntje-koekjes-wikkels weggooien

* Verpakkingen van muesli en brinta (die leeg op het aanrecht staan) plat drukken en bij het oud-papier doen

* Opmerken dat de vuilnisbak helemaal vol is (waarschijnlijk heeft dit er ook mee te maken dat een man zelden iets weggooit, zodat hij niet tegen die overvolle vuilnisbak aanloopt)

* De handdoek in de keuken terughangen waar ie hoort

* Een natte handdoek van de badkamervloer oprapen

* De vuile kleren van peuter na het uitkleden in de wasmand gooien

* Een afwasje doen zonder dat het gevraagd wordt

* Dingen die kwijt zijn zoeken en vinden

* Vooruitdenken (“hee, wat zullen we vanavond eten? Oh, wacht, er ligt niks meer in de koelkast, laat ik even boodschappen doen. En laat ik dan meteen ook even luiers meenemen. En kattenvoer. En vuilniszakken. Of wacht, ik doe gewoon voor drie dagen boodschappen, dan zijn we daar ook vanaf.”)

Als mijn man dat laatste zou denken…pfoeh…dat zou ik echt een DROOM vinden. Ik weet dat de heersende opinie tegenwoordig is dat vrouwen zelf hun traditionele rol in stand houden en dat is misschien zo, maar weet je wat er gebeurt als ik me niet meer bezig zou houden met de organisatie van mijn gezin? Dan woon ik over twee weken op een vuilnisbelt en lijd ik honger (of nou ja, dan eet ik oud brood met beschimmelde kaas).

 

LEES OOK: Dingen die vaders doen (en waar we van smelten…)