Werkstress veroorzaakt burn-out? Nee, maar het ouderschap wel!
Het ouderschap is een fulltime baan. Of eigenlijk meer dan een fulltime baan, want om 17.00 uur kun je niet uitklokken en de boel de boel laten tot de volgende ochtend. De impact daarvan op de werknemers (oftewel: de ouders) is niet gering. Ze vallen namelijk bij bosjes om.
Soms, aan het eind van een hectische dag met mijn drie kinderen, als er twee gillende, obstinate kleuters aan de keukentafel met hun broccoli zitten te smijten en ik aan het aanrecht sta met een spuitluierende, aan mijn haren trekkende baby op mijn heup, als ik kijk naar de totale chaos in mijn woonkamer, als ik denk aan de nacht die gaat komen waarin ik eruit moet voor mijn 6-jarige zoon die wéér in zijn bed geplast heeft, voor mijn 4-jarige dochter die door de zoveelste verkoudheid constant wakker wordt, voor de baby die het op een spoken zet, aan de zwemles en de dansles waar we ons morgenochtend weer voor dag en dauw naartoe moeten haasten, de boodschappen die we moeten doen, extra schooltaakjes die geoefend moeten worden, dan zakt de moed me weleens in de schoenen. Dan denk ik: hoe ben ik hier terecht gekomen? En vooral: gaat dit ooit voorbij? Want wat moeten we, als ouders, toch rennen, vliegen, springen, vallen, opstaan en weer doorgaan. Je zou er opgebrand van raken. En dat zijn we dus ook met z’n allen: hartstikke burn-out.
Lees ook: Brief aan mijn man: “Ik vind mezelf een hork sinds ik moeder ben.”
Ouders worden de laatste tijd steeds vaker weggezet als een stelletje zeurende zeikerds, die alles maar te zwaar vinden. We zouden veel te negatief doen, onszelf zielig vinden en eigenlijk gewoon een stelletje mietjes zijn. Want wat hebben we nou eigenlijk te klagen? Het leven is zoveel luxer dan vroeger, we hebben veel meer geld, veel meer vrijheden, veel meer mogelijkheden. En doorgaans veel minder kinderen dan de ouders die ons voorgingen. Dat is natuurlijk waar, maar wat er vaak vergeten wordt is dat het ouderschap op vele andere manieren juist een stuk ingewikkelder is geworden dan voorheen. Sinds de jaren ’90 is het ‘bewust ouderschap’ gestaag in opmars. Waar het vroeger vooral belangrijk was dat je je kinderen kleren aantrok, ze te eten gaf en ze een dak boven hun hoofd hadden, word je nu als ouder geacht daarnaast ook nog aan allerlei andere eisen te voldoen. Je moet je kinderen op een bepaalde manier opvoeden (en welke manier dat dan is, daar zijn de meningen heftig over verdeeld), je moet veel quality time met ze doorbrengen, je moet altijd pedagogisch en educatief bezig zijn, je moet ze te allen tijde verantwoord te eten geven en noem het allemaal maar op. Dat is op zichzelf al best een hele klus om voor elkaar te krijgen, maar daarnaast is er ook op ander maatschappelijk vlak nogal wat veranderd. Vrouwen zijn bijvoorbeeld massaal de werkvloer op gegaan, wat natuurlijk goed is, maar ook betekent dat er meer druk op gezinnen komt te staan om het allemaal nog te kunnen bolwerken. We moeten meer en langer werken, staan onder veel grotere sociale druk, hebben te maken met hoge levenskosten en weinig zekerheid en dat allemaal naast het runnen van de BV Gezin. Dus hebben het we het zoveel makkelijker? Mwah, dat is de vraag.
Onderzoek wijst in ieder geval uit dat het ouderleven, alle luxe en mogelijkheden ten spijt, helemaal niet zo eenvoudig is. Steeds meer ouders raken namelijk burn-out, voornamelijk omdat het gezinsleven teveel van hen vraagt. En nee, dan hebben we het niet over de zogenaamde ‘ploetermoeders’, die tegenwoordig zo verketterd worden. Het zijn namelijk niet alleen de vrouwen, maar net zo goed de mannen die de druk van het ouderschap niet goed meer aan kunnen. Een flink percentage ouders geeft aan op regelmatige basis last te hebben van uitputting en neerslachtigheid en zich onthecht te voelen van hun omgeving, met name van het gezin. In onze steeds individualistischer wordende samenleving is er te weinig hulp en steun voor jonge ouders die zich door de tropenjaren (oftewel, de loopgraven) heen proberen te worstelen en dus voelen we ons alleen en onthand en zakken we weg in depressies. Wat logischerwijs vervolgens weer een nadelige invloed heeft op ons gezinsleven en, ook niet onbelangrijk, op onze relaties. Want zie het maar eens gezellig te houden als je allebei aan het eind van je Latijn bent en onder grote druk staat. Dan wordt er weinig meer geknuffeld, om van seks al maar helemaal niet meer te spreken. En voor je het weet zit je dan iedere avond uitgeblust en dood van binnen naast elkaar op de bank als je het kroost eindelijk in bed hebt weten te krijgen. Denk je: is dit het dan? En vraag je je af waarom je hier ooit aan begonnen bent. Geniet ervan, hè? Ga toch weg, man.
De ouder burn-out is geen nieuwetijds-verzinsel, het is een serieus probleem. Onderzoekers luiden dan ook de noodklok, want een ouder burn-out is niet alleen heel vervelend, het kan ook nog eens leiden tot additionele problemen zoals langdurige depressies, verslavingen en gezondheidsproblemen. Herkenbaar? We geven het weinig toe, maar reken maar dat het aantal ouders dat met de ziel onder de arm loopt, regelmatig naar de fles grijpt om het leed wat te verzachten, of zich laat verleiden tot een affaire om gewoon maar even te kunnen ontsnappen aan de waan van alledag, niet gering is. Inmiddels ben ik ruim zes jaar moeder en ik zie het voor mijn ogen aan de lopende band gebeuren. Vriendinnen die nog maar een schim zijn van de vrouw die ze ooit waren, huwelijken die klappen omdat er geen tijd meer voor elkaar is, gezinnen die bezwijken onder de constante druk van het maar doordenderende leven, het is geen zielig geneuzel van ouders die nergens tegen kunnen, het is een ware struggle. En die is dus real, mensen. Very, very real.
Ik durf wel te zeggen dat ik zelf ook een ouder burn-out heb gehad, of er in ieder geval tegenaan heb gezeten. Met twee pittige kinderen, hard werken, een man die zo mogelijk nog harder moest werken en jarenlang nooit een fatsoenlijke nacht slaap wist ik regelmatig van voren niet meer dat ik van achteren leefde. En wenste ik soms dat ik er nooit aan begonnen was. Dat mijn eerste huwelijk kapot is gegaan, wijt ik dan ook grotendeels aan de schok en de stress van het moderne ouderschap. Dat ik mezelf een periode lang totaal ben kwijt geraakt kwam echt omdat ik alleen maar bezig was met overleven. Constant op mijn tandvlees liep en het einde van iedere dag steeds maar net haalde. En dat kan toch eigenlijk niet de bedoeling zijn. Natuurlijk is het ouderschap niet allemaal alleen maar rozengeur en maneschijn en Duplo bouwen met je kinderen, ik denk ook niet dat mensen dat verwachten voor ze eraan beginnen. Maar dat het zó ontzettend sleuren is, dat je je aan het eind van iedere dag weer voelt alsof je door een vrachtwagen bent overreden is gewoon niet normaal. En als blijkt dat dat niet aan jou ligt, maar dat heel veel ouders zich zo voelen, dan moeten we ons misschien toch eens af gaan vragen wat er mis gaat.
Voor mij is er inmiddels licht aan het eind van de tunnel. Mijn oudste twee komen nu op een leeftijd dat hun beroep op mij iets minder groot wordt en dat scheelt een nogal grote slok op de spreekwoordelijke (en inderdaad regelmatig ingeschonken) borrel. (Te) druk is het eigenlijk nog steeds, maar met het kleine beetje extra lucht dat ik heb gekregen red ik het nu allemaal wat beter. Terugkijken doe ik liever niet, want daar word ik eerlijk gezegd best wel verdrietig van. Hoe blij ik ook ben met mijn kinderen, hoe dankbaar ik ook ben dat ik moeder heb mogen worden, die eerste jaren vond ik vaak gewoon echt niet leuk. Ik voelde me moe, uitgewrongen en simpelweg: niet gelukkig. Wat ik, in retrospect, best wel erg vind. Tegen alle ouders die er nog midden in zitten kan ik dus zeggen: jongens, het gaat over, het wordt beter, echt, hou vol. Maar eigenlijk vind ik dat ik dat niet zou hoeven zeggen, omdat we ons gewoon niet zo zouden hoeven voelen. Het ouderschap van tegenwoordig is zwaar, waarschijnlijk te zwaar. En we gaan er met z’n allen best wel een beetje aan onderdoor. Hoe we dat gaan veranderen weet ik niet zo goed, maar dat er iets moet gebeuren lijkt me duidelijk. Want als we zo doorgaan zitten alle ouders straks nog aan de anti-depressiva en bij de echtscheidingsadvocaat. Terwijl onze kinderen ons toch juist het grootste geluk zouden moeten brengen.
Lees ook: Vaders, ga er eens wat vaker uit ’s nachts (en red je relatie).
(Bron: New York Magazine)
Vala van den Boomen (41 jaar) heeft drie kinderen: een zoon van 12, die autisme heeft, en twee dochters van 10 en 6 jaar, die de chronische aandoening EDS hebben, net als zijzelf. Ze is getrouwd met Mario en werkt als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer. De eerste tien jaar van haar moederschap heeft Vala niet geslapen, omdat haar kinderen altijd wakker waren. Die schade probeert ze nu in te halen. En dat is hard nodig, want de puberteit staat voor de deur. Dat brengt weer heel nieuwe uitdagingen met zich mee, dus heeft ze al haar krachten nodig.