Brief aan Mark Rutte: Geef tweelingmoeders gewoon twee keer zo lang verlof!
Volgens Janneke is het rekensommetje heel simpel: wie na één zwangerschap twee keer zoveel kinderen krijgt, heeft ook recht op twee keer zo lang verlof.
Lees ook: Waarom je een tweeling niet kunt vergelijken met twee eenlingen
Beste heer Rutte,
In mijn vorige brief beloofde ik het nog eens te hebben over het verlof dat tweelingmoeders krijgen. Ik heb hier even mee gewacht, want ik wil niet klagen en u had bovendien genoeg aan uw hoofd. Maar nu het kabinet dan eindelijk rond is, wil ik u dringend verzoeken met extra aandacht naar dit agendapunt te kijken. Met het verlof voor tweelingmoeders is het namelijk al jarenlang belabberd gesteld. Tot in 2016 kregen tweeling- en andere meerlingmoeders dezelfde hoeveelheid verlof als ‘gewone’ moeders. Een vreemde zaak, want tweelingmoeders krijgen immers twee keer zoveel kinderen binnen datzelfde verlof. Nu weet ik uit ervaring dat twee keer zoveel baby’s ook twee keer zoveel complicaties, stress, medische problemen, onverklaarbare huiltjes, borstvoeding, krampjes, reflux, flesjes, luiers en rode billetjes met zich mee brengen. Tweelingmoeders hebben bovendien doorgaans een zwaardere zwangerschap en bevalling achter de rug, of moeten herstellen van een keizersnede – een herstel dat meestal langzamer verloopt dan bij eenlingmoeders omdat er domweg te weinig tijd is om te herstellen.
Na veel gelobby van de Nederlandse Vereniging voor Ouders van Meerlingen (hoera voor hun tomeloze inzet) belandde het oneerlijk korte verlof eindelijk op de politieke agenda. En dat was belangrijk, zo benadrukt ook de NVOM: “Een meerlingzwangerschap is fysiek, mentaal en emotioneel zwaarder belastend. Vroeggeboorte, ondergewicht en andere risico’s treden substantieel vaker op en de hersteltijd voor de moeder duurt langer.” En jawel, hoera, in 2016 werd het verlof voor meerlingouders langer. Maar dat was vooral een kwestie van niet te vroeg juichen. Want in de praktijk kwam er zo’n bizarre rekensom kijken bij het nieuwe meerlingenverlof, dat het verlof in werkelijkheid voor het merendeel van de tweelingmoeders juist kórter uitpakte.
Tweelingmoeders mochten weliswaar eerder met zwangerschapsverlof, als ze vroeger bevielen dan de uitgerekende datum, werden die weken weer afgetrokken van het bevallingsverlof dat ze nog tegoed hadden. Vóór de nieuwe regeling was ingegaan, belandden tweelingmoeders tegen het einde van hun zwangerschap meestal in de ziektewet en zo kwam het dat tweelingmoeders door de vernieuwde regeling niet alleen kórter verlof hadden dan tijdens de oude regeling, maar ook éérder weer aan de slag moesten dan moeders van eenlingen (volgt u mij nog?). En dat waren niet de moeders die rond de uitgerekende datum bevallen waren en twee baby’s met redelijk gemiddelde geboortegewichten hadden gebaard, nee, dat waren juist de moeders die éérder bevielen en dus meestal kinderen hadden gebaard met ondergewicht, die de nodige extra zorg nodig hebben.
Ik beviel zelf van twee kinderen van rond de 2 en 2,5 kilo. En – hoewel dat prima gewichten zijn voor een tweeling – kan ik u vertellen dat een baby van 2 kilo echt andere zorg nodig heeft dan een baby van 2,5 kilo en dat dat weer niet te vergelijken is met een baby van 3 kilo. Pas toen onze kinderen enigszins op gewicht waren, ontstond er iets meer rust en konden we eens iets anders doen dan non-stop zogen, zorgen en ons zorgen maken – knuffelen met onze kinderen bijvoorbeeld. Arme tweelingmoeders die al vóór die rust was aangebroken, alweer geacht werden fris en fruitig achter hun bureau te zitten – ruim vóór hun collega-eenlingmoeders én hun collega-tweelingmoeders die wel netjes rond de uitgerekende datum bevielen. Helaas worden de gedupeerde moeders niet gecompenseerd. Voorlopig moeten tweelingmoeders van te vroeg geboren kinderen dus nog steeds aan de slag voordat dat ook maar enigszins wenselijk is.
Godzijdank gaat uw kabinet zich opnieuw over deze kwestie buigen en lijkt het erop dat de regeling per 1 april 2018 zal worden aangepast, hoewel dat nog niet zeker is. Maar zelfs als de regeling wél wordt aangepast, zal het ook in de toekomst een rekensom blijven waarbij tweelingmoeders die op tijd bevallen langer verlof krijgen dan tweelingmoeders die te vroeg bevallen. Volgens mij gaat er iets mis met deze redenering. Op papier klinkt het logisch: vrouwen die een paar weken eerder bevallen, kunnen ook een paar weken eerder weer aan de slag. Maar hierbij wordt voorbijgegaan aan de extra belasting die een vroeggeboorte met zich meebrengt, voor moeder én kinderen. En hoewel ik weet dat we het paard dat ons straks hopelijk gegeven wordt, niet in de bek mogen kijken, vraag ik me toch af: waarom zo moeilijk doen als het ook makkelijk kan? Volgens mij is het heel simpel: geef alle tweelingmoeders gewoon twee keer zo lang verlof als eenlingmoeders. Twee keer zoveel kinderen, twee keer zo lang verlof. Een kind kan het sommetje maken. Drielingmoeders krijgen drie keer zolang verlof, en zo verder. Aan die enkele moeder – per jaar worden er ongeveer 40 drielingen geboren in Nederland – die dan een klein jaar met verlof is, zal de staat toch niet failliet gaan? En als de meerlingmoeder toevallig toch eerder aan de slag wil, omdat ze tot over haar oren in de poepluiers zit en ook wel weer eens rustig een kopje koffie wil kunnen drinken achter haar computer, dan moet dat uiteraard ook kunnen. Ik denk dat elke moeder die afweging prima zelf kan maken.
Wij rekenen op uw begrip.
Met vriendelijke groet,
Janneke Jonkman
Meer lezen van Janneke? Volg haar op Instagram.
Lees ook: 60 dingen die je denkt op de eerste werkdag na je verlof
Janneke (45) heeft drie dochters: een tweeling van 8 en een peuter van 2. Over de tweelingzwangerschap en -hectiek van de eerste jaren schreef ze het boek O jee het zijn er twee. Tegenwoordig probeert ze vanuit intuïtie en creativiteit te balanceren tussen haar werk als schrijver en het moederschap van drie meiden. Je kunt haar belevenissen ook volgen op haar Instagram.