8 redenen waarom baby’s levensgevaarlijk zijn

15.09.2021 06:00
8 redenen waarom baby’s levensgevaarlijk zijn


Lief en schattig? Laat me niet lachen, zegt Annemieke. De kleine mormels zouden met een waarschuwingslabel moeten komen: ‘benaderen op eigen risico’. Baby’s zijn namelijk hartstikke gevaarlijk.

Grijpgrage vingertjes

Grijpgraag is hierbij nog een understatement. Mijn baby heeft het tot een ware missie gemaakt om alles dat zich binnen handbereik bevindt, ook daadwerkelijk in haar klauwen te krijgen. Heel leuk, behalve als ik me over haar heen buig om d’r een kusje te geven en even niet oplet. Want dan grijpen twee van haar vingers mijn lippen en steken de andere drie in mijn linkerneusgat. Au! Het is dat ze zo lief is, anders zou ze alleen nog maar luchtzoenen van een veilige afstand krijgen. Ook accessoires zijn niet veilig voor de hebberige babyvingertjes; als ik een sjaal draag, loop ik het gevaar gekeeld te worden en de lange oorbellen liggen na een bijna-oorlel-uitscheur-drama al een paar weken stof te verzamelen.

Harentrekkende handjes

Zelf heeft ze een donskoppie met een paar wat langere sprietjes erop, dus misschien is ze jaloers. Feit is dat andermans haren het allerallerallerleukste speelgoed zijn. Wat je er dan mee doet? Lekker hard aan trekken natuurlijk. Ook K. – krullen tot op z’n schouders plus baard – moet eraan geloven. Volgens mijn vriend is haar voorliefde voor harentrekken een van de minst leuke dingen aan onze dochter. Ik geef ‘m gelijk: voor mij zijn Zoë’s handjes haast een legitieme reden om een kort pittig kapsel te nemen. Bijna. Vooralsnog hou ik het bij een knotje.

Vlijmscherpe nageltjes

Inmiddels heb ik zoveel rode strepen op mijn borst dat het lijkt alsof ik met een tijger gevochten heb. Vrienden vragen of we een kat in huis hebben en hoe dat met de hond samen gaat. Ze lijken zo lief, die schattige mini-nageltjes aan die kleine babyvingertjes. Schijn bedriegt: ze zijn hartstikke gevaarlijk. Babyknuffelen op eigen risico want naderhand zit je gegarandeerd onder de krassen. De oplossing hiervoor is natuurlijk eenvoudig: haar nagels knippen. Uhm. Juist ja, dat betekent dat ik met een schaar in de buurt van mijn zeer beweeglijke baby moet komen. Zelfs al is het een klein nagelschaartje, ik ben veel te bang dat ik per ongeluk in haar vinger knip. Dan maar gekrast worden.

Trappende beentjes

Daar kan Dribbel de hond over meepraten. Aangezien ‘ie al lang weet dat je de mond moet vermijden omdat daar gebrul uit komt, snuffelde onze hond eens aan het andere eind van de baby. Heel voorzichtig kwam hij met z’n hondenneus steeds dichterbij die schattige voetjes. Toen Zoë haar beentje terugtrok, snuffelde Dribbel verder en BENG, kreeg ‘ie een trap recht op z’n neus. Exit jankende hond. Dacht ik eerst dat we op moesten passen dat onze hond de baby niets deed, nu vermoed ik dat ik beter de baby en haar low kicks in de gaten kan houden.

Projectielbraken

Niet pijnlijk, wel erg onhandig. Zoë’s drie favoriete momenten om lekker alles onder te kotsen zijn: als ik haar net schone kleding aangetrokken heb, als ik zelf net schone kleding aangetrokken heb, en als we echt nu meteen weg moeten omdat we eigenlijk al een kwartier te laat zijn. Een combinatie van die drie is ook mogelijk en vormt tevens een gevaar voor mijn mentale gezondheid. Terwijl ik op het randje van een zenuwinzinking balanceer en door de vuile was graai op zoek naar iets zonder plas-, poep-, of melkvlekken, smeert mijn baby de kots in haar oren.

Klemmende kaken

Ze heeft nog geen tanden, dus kan ze nog niet bijten, dacht ik. Dom, heel dom. Zelfs zonder tandjes kan mijn baby heel erg goed bijten, zo blijkt. Dat oefent ze dan ook iedere dag. Wat ze ook in haar handen krijgt – of het nu mij, K. een knuffel, een hydrofiele doek of een luier is – het wordt gelijk in haar wagenwijd openstaande mond gepropt en daar vastgeklemd. En heeft ze eenmaal iets tussen haar kaken, dan laat ze het pitbull-style niet meer los. Waarschijnlijk kunnen we de groente- en fruithapjes overslaan en haar gewoon Dribbel’s kauwstaafjes voeren.

Oorverdovend lawaai

Sinds een paar weken kan mijn baby schreeuwen. Zelf is ze maar wat trots op dat ze zo’n hard geluid kan produceren met haar kleine longetjes en wil ze dit nieuwe talent met de hele wereld delen. Bij voorkeur ‘s ochtends vroeg. Lees: voordat de zon opkomt. Rond een uur of 4, als we geluk hebben 5, schrik ik wakker van babygeschreeuw. Heeft ze pijn? Honger? Een vuile luier? Nee hoor; ze heeft gewoon zin om lawaai te maken. Vlak naast mijn oor.

Krachtige vuistjes

Onderschat nooit de kracht van een enthousiaste baby. Vooral niet als die baby opeens met haar vuist uithaalt. We lagen lekker op bed liedjes te zingen toen Zoë besloot haar rechtse directe stoot te oefenen. Op mijn gezicht. Het resultaat: een rood oog dat een uur lang bleef tranen en de hele middag zorgen over waarom mijn baby me knock out probeert te slaan (Wil ze me hiermee iets duidelijk maken? Vindt ze me niet aardig? Heb ik nu al gefaald als moeder?) Leuk joh, zo’n baby. Over een paar jaar schrijven we onze kleine krachtpatser in voor de plaatselijke boksclub of muay thai school. Tot die tijd proberen mijn ogen en ik uit de buurt van haar vuisten te blijven.

Annemieke kreeg de schrik van haar leven toen er zomaar twee streepjes op die test stonden. Met haar vriend K., baby Zoë en hond Dribbel (die naar alle kinderen onder de 10 gromt) woont ze in Spanje.

Lees ook: Hilarisch: de overgang van baby naar dreumes in illustraties