Appelroosjes! Deze traktatie is gezond, lekker – en krankzinnig mooi!
Is het weer zover? Dat je moet trakteren en niet weet wát? Geen snoep, geen zout en niet te veel? Wij kwamen het recept van deze appelroosjes tegen en waren helemaal om. Het is een takkenklus, maar als je het eenmaal doet valt het reuze mee. En je voelt je héél even een supermom…
We hebben hier echt geen tijd voor! Dat dacht ik toen ik het recept zag. Maar toen ik beter keek zag ik dat het eigenlijk supersimpel was. Dus ben ik het gewoon gaan doen.
En eerlijk is eerlijk: het was heerlijk om een uurtje zo te knutselen. (Maar ik weet niet hoe het valt als je er op een doordeweekse avond 30 van moet maken om uit te delen, haha.)
Dit heb je nodig:
- Een paar appels (Elstar)
- Een pakje bladerdeeg in van die vierkante plakjes (1 plakje is goed voor 1 appelroosje)
- Een beetje bloem
- Abrikozenjam
- Poedersuiker
- Kaneel
- Verwarm de oven op 180 graden. Snijd de appels door het midden, haal het klokhuis eruit en snijd ze in heel dunne plakjes, in halve maantjes. Leg ze in kokend water tot ze zacht beginnen te worden (ongeveer 3 minuten). Giet af.
- Laat de bladerdeegplakjes 10 minuten wennen aan de kamertemperatuur, snijd ze in tweeën en plak ze met de korte uiteinden aan elkaar zodat je een liniaalvormig stuk bladerdeeg hebt,
- Verdun de abrikozenjam met wat water. Bestrijk de plakjes balderdeeg met het mengsel.
- Leg de appelschijfjes in een mooi trapje naast elkaar op de velletjes. Zorg dat de helft van de velletjes onbedekt is. Vouw de velletjes om zodat de helft van de appelschijfjes nog zichtbaar is.
- Rol de velletjes voorzichtig op totdat er een roosje ontstaat. Bestrooi met kaneel en doe ze in een muffin bakplaat. Laat circa 45 minuten bakken.
- Laat afkoelen, bestrooi met poedersuiker en serveer (of leg ze op een dienblad voor de volgende dag op school).
Tip: doe de roosjes in van die eetbare cupcakevormpjes. Dan kunnen de kinderen ze zo uit het vuistje eten!
(Een film van Anna-Marie Janssen)
Maak ook eens: Havermoutkoekjes met fruit.
