Als je een miskraam krijgt (en onverwacht toetreedt tot een geheim genootschap)
Totdat je een miskraam krijgt, weet je niet wat een miskraam is. En ook niet hoe je erop zult reageren. Femke was 32 jaar en had nog geen kinderen toen haar eerste zwangerschap eindigde bij acht weken. Er gebeurden een heleboel dingen die ze niet aan had zien komen.
LEES OOK: Ode aan alle vrouwen die een miskraam kregen
Man, wat was ik blij toen ik voor de allereerste keer twee blauwe lijntjes op een zwangerschapstest zag staan. Blij en in de war. Want je hebt toch geen idee wat er allemaal gaat gebeuren. Er zit een kind in je buik. Een mens met een toekomst. Iemand met wie je zult lachen en huilen. Iemand die heel erg op je kan gaan lijken of iemand die je juist helemaal niet herkent. Je verheugt je op het knuffelen en kroelen, je verheugt je op het kamertje inrichten, op een crèche uitzoeken, op een kleertjes shoppen, op met je moeder mijmeren over de tijd waarin jij geboren bent en hoe dat allemaal ging.
De een is er sneller in dan de ander, maar ik had binnen een week na die positieve zwangerschapstest zo ongeveer alles uitgedacht. De namen, hoe het kamertje eruit moest gaan zien, ik had de inschrijvingspapier van de opvang zelfs al binnen en skipte ook de bij-twaalf-weken-vertellen-we-het-de-wereld-regel. Ik wilde het mijn ouders en beste vrienden meteen vertellen. En dat deed ik dus ook toen ik zeven weken zwanger was: “Ik krijg een kind.”
Jahoor, ik besefte heel goed dat je een miskraam kunt krijgen. Mijn moeder heeft er meerdere gehad, dus ik vreesde al dat ik erfelijk besmet was. Aan de andere kant voelde het allemaal zo echt en prachtig dat ik de gedachte dat het mis kon gaan niet echt toeliet. Ik genoot vooral. Totdat er op een zaterdagochtend bloed in mijn onderbroek zat. Ik keek ernaar en dacht: “Hee, ik ben ongesteld.” En toen: “Goh, je bent dus gewoon ongesteld als je zwanger bent.” En toen: “FUCKKKKKKK!” Het was niet zo heel veel bloed, dus ik belde mijn vriendin die huisarts is en vroeg haar of ik sowieso een miskraam had. Ik hoorde de twijfel in haar stem. “Was het een klein beetje en is het nu gestopt?”, vroeg ze hoopvol. “Het kan dat het gewoon een klein bloedinkje is.” Ik moest bekennen dat het niet ophield, dat het gewoon leek op een normale ongesteldheid. Ze viel stil en zei: “Dat denk ik dat het hier ophoudt, Fem.”
Een uur later viel er iets in de wc. Ik riep Reinier, we staarden ernaar en we spoelden door. De hele verdere dag verging ik van de buikkrampen. Huilen ging niet echt. Er liepen teveel emoties door elkaar heen. Ik was nog maar net gewend aan het idee van die hele grote verandering die eraan zat te komen en het volgende moment was het alweer voorbij. Eigenlijk wilde ik er dus ook geen groot ding van maken, want het was nog zo pril en er zijn mensen die hun kind bij 23 weken verliezen of zelfs bij 40 weken. Wat had ik nu te klagen. Het was nog helemaal niets.
In de dagen na de miskraam merkte ik dat het zo toch niet helemaal werkte, want ik viel in een groot gat van leegte. Mensenkinderen wat voelde ik me ongans klote. Alsof het er allemaal niets meer toe deed. Alsof mijn hele levensgeluk was gekoppeld aan dit ongeboren kind. Bovendien zag ik het als voorbode van iets. Ik zou vast nooit een zwangerschap uit kunnen dragen. Ik zou nooit moeder worden. Het was doemdenken to-the-max.
Wat mij het meest is bijgebleven uit die tijd is de warmte die ik van andere vrouwen kreeg. Omdat ik mijn zwangerschap al met de godganse wereld gedeeld had, moest ik ook iedereen vertellen dat het mis was gegaan. Mensen vroegen me of ik dat niet vreselijk vond, maar mijn antwoord was: juist niet. Ik vond het fijn dat ik mijn verdriet over dit verlies openlijk mocht delen en verbaasde me erover hoeveel vrouwen ditzelfde meegemaakt bleken te hebben. Het was alsof ik toetrad tot een geheim genootschap. Vrouwelijke collega’s, familieleden, zelfs een vrouw bij de kledingwinkel waar ik mezelf trakteerde op een nieuwe jurk. Ik vertelde over mijn miskraam aan iedereen die het horen wilde en hoorde van alle kanten: “Ik ook” ” Ja, ik ook, voordat ik Tim kreeg” “Ik drie keer nadat ik Sammie had gekregen”. Het deed me goed, het gaf me de kracht om door te gaan en te hopen op een nieuwe kans.
Een nieuwe kans die me een half jaar later gegeven werd toen ik opnieuw zwanger raakte.
LEES OOK: Wanhoop bij een 11 weken-echo