Als je het bij één kind wilt houden
Renske is moeder van Dex. Ze vindt het ouderschap prachtig en heftig. Terwijl ze zich had ingesteld op een gezin met twee kinderen, vroeg ze zich steeds vaker af: “Is dat wel de weg voor mij?”
Mijn broer heeft vier kinderen. Dat vind ik fantastisch, maar tegelijkertijd denk ik: “Hoe doen mensen dat? Vier kinderen?” Toen we laatst samen op bezoek waren bij mijn ouders en de kamer werd overgenomen door al die kleine kleutertjes (waarvan de mijne er eentje was) besefte ik weer eens dat een groot gezin echt geen sinecure is.
Lees ook: Waarom het gezinsleven hetzelfde is als politiek bedrijven.
Zelf twijfel ik nu al een hele tijd of ik nu wel of niet een tweede kind zou willen. Hoe langer ik ermee bezig ben, hoe meer ik denk: “Ik ben van nature geen twijfelaar, dus waarom hierover dan wel? Wat zit me zo dwars?” Ik denk dat ik het antwoord inmiddels uitgevogeld heb: het heeft te maken met druk van buitenaf. Twee kinderen is de standaard. Een derde is optioneel. Een vierde is een cadeautje. Dat lijkt een beetje de insteek te zijn. Ik hoef het op een feestje maar heel even over Dex te hebben en er wordt me meteen gevraagd: “Wanneer komt de tweede?” Alsof het alleen maar de vraag is in welk tijdbestek die nieuwe baby er komt en niet óf ‘ie er überhaupt komt. Dat is toch raar? Mensen zijn verschillend, dat weten we, maar op het gebied van de grootte van gezinnen conformeren we ons toch vaak aan wat ‘gemiddeld’ is.
Ik denk dat één kind voor mij voldoende is. En ik schaam me bijna om dat te zeggen. Omdat ik het gevoel heb dat dat niet gewaardeerd wordt in deze maatschappij. “Eén is toch saai?” krijg ik vaak naar mijn hoofd. Of: “Zielig voor Dex!” Of: “Het komt vanzelf, dat gevoel, jij krijgt echt nog wel een tweede”. Maar ik voel het niet, echt niet. Ja, ik bedacht ook ooit dat ik er twee wilde hebben, maar waarop baseerde ik dat eigenlijk? Je hebt toch geen idee wat een kind met je doet, voordat je er aan begint? In de jaren dat ik moeder ben heb ik geleerd dat ik van niemand meer houd dan van mijn kind, maar dat ik het ook lastig vind dat ik zo weinig tijd kan besteden aan die andere persoon van wie ik bijna net zoveel houd: mijzelf. Moeder zijn betekent dat je de hele dag impulsen aan het onderdrukken bent, zei een wijze vrouw ooit en ik vermoed dat meer kinderen nog meer onderdrukte impulsen betekent. Daar moet je wel geschikt voor zijn. Jezelf goed weg kunnen cijferen en dag in dag uit met de behoeftes van klein grut bezig zijn. Zeg nou zelf: dat wil toch niet iedere vrouw?
Met pijn in het hart moet ik zeggen: ik niet. Ik had graag zo’n Echte Moeder willen zijn. Of laat ik het anders stellen: zo’n vrouw die alles kan. En drie kinderen opvoeden én een carrière én een rijk sociaal leven én nog steeds een passionele relatie met haar man. Feit is dat ik het al moeilijk vind om met één kind al die ballen hoog te houden. De vraag is: moet je dat dan willen? Ik denk dat vrouwen die meer kinderen hebben het geen probleem vinden om heel veel tijd in hun nageslacht te stoppen en wat minder in andere zaken (die in het verleden belangrijk waren). Dat is een keuze. Een keuze die ik, als ik eerlijk ben, eigenlijk niet wil maken. Mijn kind is me ontzettend dierbaar, maar een zekere mate van vrijheid is me dat ook. Vrijheid door stilte, vrijheid door tijd voor mijzelf, vrijheid door ruimte in mijn hoofd. Wederom: ik schaam me dus om dit te zeggen, omdat ik bang ben dat de Echte Moeders en de Goede Moeders door deze uitspraken vinden dat ik egoïstisch ben. Maar aan de andere kant: kiezen voor kinderen (één of meer) is toch ook een egoïstische? Dat doe je ook niet voor ‘de wereld’.
Waarom kamp ik dan met een soort schuldgevoel als ik zeg: ik houd het bij één kind?