Dé 9 kinderziektes die elke moeder voorbij ziet komen
De R hoeft niet meer in de maand te zitten om de opening van het griepseizoen aan te kondigen. De R van viRus en bacteRie, zul je bedoelen. Gewoon, elke maand weer kans. Lang leve de plekken waar onze kinderen samendrommen om elkaar te besmetten met allerhande kleine, vieze beestjes waar jij vervolgens je handen vol aan hebt. Goed gewapend de maanden door? Lees, huiver en noteer wat je met kleine kinderen kunt verwachten.
Goed, natuurlijk is niet elk kind hetzelfde. Sommige ziektes zullen je huis nooit binnen sluipen, simpelweg omdat jij en je goede genen er hartstikke bestand tegen zijn. En als je kind niet 55 uur per week naar de crèche gaat, zul je ook niet alles van onderstaand rijtje meemaken. Maar je kunt toch maar beter goed op de hoogte zijn, want de kans bestaat ook nog dat je er over een paar jaar pas mee te maken krijgt.
- De volcontinue loopneus
We beginnen even met de zachtaardigste van allemaal: de loopneus. En hiermee bedoel ik: de loopneus waar geen einde aan lijkt te komen. Dat snot dat in een bleek-geel-groene straal uit het neusje komt zetten en dat werkelijk o-ve-ral op terechtkomt (lees: jouw kleren, de bank, de wangen – waar het een glanzend plekje achterlaat – en natuurlijk andere kindjes.) Het spul heeft een dikke, plakkerige consistentie waar onder de juiste omstandigheden zelfs bellen mee geblazen kunnen worden. Ja, behoorlijk smerig. Maar alle smerigheden wennen. Dat wist je al. Toch?
- De zeehondenblaf/rochel
Verkoudheden waar wij niet zo’n last van hebben, kunnen bij je kind toch voor spectaculaire verschijningsvormen zorgen. Zo had onze dochter als baby een vreselijk rocheltje zodra ze verkouden was, die ons erg longontstekerig in de oren klonk, maar die meestal niet veel bleek te zijn. Zaten we weer voor Jan z’n doedel bij de huisartsenpost, midden in de nacht. Maar nu zeg ik vooral niet: uitzitten die eng klinkende longdingen, want voor je het weet is er wel meer aan de hand. Je weet het gewoon niet. Nooit.
- De kak-ik-loop-volledig-leeg-buikgriep
Zo ongeveer 1,5 jaar komt-ie voorbij ons ons huis. Je kunt je er totaal niet tegen wapenen, want tegen de tijd dat je je realiseert: oh crap (letterlijk) dit is een buikgriep, weet je dat je zelf binnenkort aan de beurt bent. Dan kun je nog snel je huis, en dan vooral je deurknoppen, onder een laag bleekmiddel bedekken, maar de kans is groot dat je binnen onafzienbare tijd zult leeglopen, van boven of beneden of in sommige gevallen allebei. En dat met een snelheid en woestheid van een vulkaanuitbarsting. Heel erg niet grappig. Zeker niet voor mama die én het volgekotste bed van haar koters moet verschonen én moet aanhoren hoe zielig manlief is én zelf tussen de bedrijven door ook haar emmertje aan het vullen is. Niets aan te doen, je overleeft ‘m wel hoor. Al denk je op het moment zelf dat je doodgaat. Hij duurt in veel gevallen gelukkig ook niet langer dan een dag.
- De vijfde ziekte, zesde ziekte en alle ziektes die erop lijken, maar het niet zijn
Dubieuze kinderziektes zijn dit, die je ook niet echt uit elkaar kunt houden. Omdat de symptomen op elkaar lijken en weer niet, en je kind wel een paar symptomen heeft maar ook weer niet allemaal, waardoor je je vertwijfeld afvraagt of er nou wel of niet wat aan de hand is, want: wél koorts, maar geen vlekken, of toch wel? Daarom gooi ik deze maar allemaal op een hoop, want soms weet je het gewoon niet. En kun je ook gewoon geen idee hebben hoelang dit duurt of hoe ernstig het gaat worden.
- Waterwratten
Zo ongeveer rond het vierde levensjaar kunnen ze opeens opduiken om hardnekkig lang te blijven zitten: waterwratten. Ze kunnen er angstaanjagend ranzig uitzien, en wat je als moeders ook probeert, ze hebben in de meeste gevallen echt maling aan jouw huis-tuin-en-keukenmiddeltjes. Ja, je leest op internet echt de verhalen van andere moeders die zoutbaden/betadine/alcohol/zinkzalf probeerden en waar die krengen als sneeuw voor de zon verdwenen, maar je kunt ook pech hebben. En voor je het weet zit jij een jaar lang tegen die dingen aan te gluren.
- De krentenbol
Ergo: de waterpokken. Niet te verwarren met waterwratjes hoor, totaal iets anders. De waterpokken kunnen in schandalige hoeveelheden op het lichaam van je kind verschijnen, maar dat hoeft helemaal niet. De een wordt er heel ziek van, de ander niet. Maar tegen de tijd dat deze ziekte arriveert is-ie wel een moment om blij mee te zijn, want als deze achter de rug is, is een ziekte achter de rug die op latere leeftijd heel vervelend kan zijn. Dus zul je deze nog weleens met open armen willen ontvangen.
- De luizenbol
Nou, oké, geen echte ziekte, maar wel iets om alert op te zijn. Zie je je kind opeens verdacht vaak krabben? En zie je zwarte kleine dingetjes in de haarlokken van je überblonde lokken van je dochter? Dan weet je; het is weer hommeles. De luizen zijn weer gearriveerd. En daar zit je weer met je shampoo en je luizenkam, al die neten vakkundig uit te roeien. Totdat de volgende plaag uitbreekt. En je weer van voor af aan kunt beginnen.
- Krentenbaard
Ook al zo’n leuke: blaasjes rond de mond en rode vlekken, met ranzig gele korstjes erop: deze middeleeuwse uitbraak kennen we onder de naam impetigo of krentenbaard. Gelukkig werkt een speciale crème van de dokter meesterlijk goed tegen deze vieze plekjes, die uiteraard veelvuldig voor lijken te komen ónder de speen, waar alles lekker kan broeien en smetten.
9. Mond-en klauwzeer
Ook weer zo’n dubieuze ziekte, hand-mond en voetziekte. Volgens het RIVM een onschuldige virale ziekte die gepaard gaat met blaasjes op de gebieden waar de naam uit bestaat. Ook zo’n ziekte waar de een meer last van heeft dan de ander. Heb overigens bij mijn kinderen wel 25 keer gedacht dat het mond- en klauwzeer was, maar dan bleek het weer de vijfde ziekte of achtste te zijn. Geen idee. Nou ja. Dat dus.
Zo. Dit waren een paar veelvoorkomende ziektes, waarbij ik de heel enge achterwege heb gelaten, want ik ga jullie natuurlijk niet bang zitten maken, hier. Tot slot nog even een kleine disclaimer: dit waren kinderziektes vanuit een gemiddeld moederperspectief, hè? Niet die van een dokter, want dat ben ik niet. Bij twijfel/ongerustheid altijd de dokter bellen. Jij kent je kind het beste.
Lees ook: Als je kind je reisziekte heeft geërfd (gezellig samen kotsen!)