21 dingen die ik graag had willen weten vóór ik moeder werd 

08.11.2019 00:10


Janneke had het moederschap van tevoren een tikkie geïdealiseerd. Had iemand haar DEZE 21 waarheden maar verteld over hoe het écht is om moeder te zijn.

LEES OOK: De 10 sleutels tot gelukkig moederschap

Mijn eigen moeder heeft het ooit wel geroepen, toen ik nog rondwandelde met een diep gekoesterde kinderwens maar nog geen man aan mijn zij om deze in vervulling te brengen: ‘Je moet het moederschap niet idealiseren.’ Maar dat stond wel behoorlijk haaks op al haar verhalen over hoe fantastisch het allemaal was toen wij klein waren, en dat ze mij en mijn zussen altijd in van die schattige jurken hees en dat iedereen ons dan aanbiddelijk vond en hoe trots ze dan was – en meer van dat gezwijmel. Niets over slapeloze nachten, poep die in je gezicht belandde, stress rond het spitsuur, eeuwige snotneuzen en geruzie met je man over de kinderen. Het vreemde was: níemand van de moeders die ik kende, had het daarover. Ze zeiden allemaal dat het moederschap ‘zo gezellig’ was, en ‘zo’n verrijking’ en dat je ‘er zoveel voor terug kreeg’. Misschien was ik ook gewoon Oost-indisch doof voor elke wat minder jubelende opmerking van vriendinnen, gewoon omdat ik besloten had dat het bij mij allemaal anders zou zijn. Omdat je je jezelf toch een klein beetje moet bedotten voor je begint aan dit grote avontuur waarvan je de uitkomst niet kent. Hoe dan ook, deze 21 waarheden had ik graag van tevoren geweten.

  1. Het kan heerlijk zijn om met een zwangere buik rond te lopen en te fantaseren over de toekomst, maar soms is zwanger zijn ook hondsvermoeiend, zwaar of gewoon saai omdat het allemaal nog zolang duurt. Bovendien ben je een gedeelte van de tijd bezorgd en bij vlagen zelfs doodsbang of alles wel goed gaat.
  2. Je kraamtijd kan overdonderend en hectisch zijn in plaats van vreedzaam en gemoedelijk. Omdat je baby veel meer huilt dan je had verwacht, omdat de borstvoeding niet lukt, omdat je uitgeput bent van je bevalling of omdat je wederom bij vlagen doodsbang bent of alles wel goed gaat. Of om duizend andere redenen.
  3. Ineens zegt iedereen die eerst riep dat het moederschap ‘zo gezellig’ is, dat het inderdaad aanpoten is, maar dat het vanzelf allemaal makkelijker wordt. Hadden ze dat niet eerder kunnen vertellen?
  4. Er zijn ook mensen die zeggen dat je nú moet genieten omdat het allemaal móéilijker wordt, terwijl jij tot over je oren in de babystress zit. Dat is nog erger.
  5. Daarom bij deze een waarheid als een koe: als je de babytijd vindt tegenvallen, dan wordt daarna alles makkelijker. Iedereen die anders beweert kan een luier naar zijn hoofd krijgen.
  6. Niet alle baby’s liggen heerlijk vredig te slapen na een voeding. Nee, ook niet als je met ze gaat wandelen of ze achter in de auto zet. Sommige baby’s hebben gewoon niks met de babytijd en dat zullen ze laten weten ook.
  7. Er zijn wel een paar dingen die helpen als je een huilbaby hebt: een draagdoek, inbakeren, naar een osteopaat. Soms moet je overgaan op grover geschut, zoals medicijnen of koemelkvrije voeding. Soms helpt ook dat allemaal niet, en is het gewoon een kwestie van geduld hebben. Veel geduld. En stalen zenuwen.
  8. Er zullen altijd succesverhalen zijn over baby’s die na drie dagen doorslapen of kinderen die met anderhalf zindelijk zijn, maar die kun je gerust naar het rijk der fabelen verbannen. Al is het maar omdat dat jou een beter gevoel geeft.
  9. Het helpt ook om hulp in te schakelen, als je het echt even niet trekt. Draag je baby over aan je man of een ander capabel ouderfiguur als je op instorten staat. Niets is zo’n boost voor je immuunsysteem en je humeur als een volle nacht doorslapen (of zes).
  10. Alles is een fase.
  11. Net als je denkt dat alles makkelijker wordt, kan het ineens weer moeilijker worden. Iets met vallen en opstaan. Maar uiteindelijk krijg je er wel steeds meer handigheid in, in dat moederschap. En vindt er een soort acceptatieproces plaats, waardoor je de moeilijke fasen minder moeilijk begint te vinden.
  12. Babypoep gaat steeds viezer ruiken. Tot je je op een gegeven moment afvraagt hoe er zó’n meur uit zo’n klein lijfje kan komen. En je je eigen poep voortaan naar roosjes vindt ruiken.
  13. Kinderen vallen ergens vanaf, vroeg of laat. Sowieso vóór ze een jaar zijn. En in het tweede jaar nog zo’n tig keer. En elke keer breekt je hart een beetje, tot je beseft dat je kinderen niet van suiker zijn. En je alleen nog van slag bent als er bloed of grote blauwe bulten bij komen kijken.
  14. Kinderen hebben nooit haast. Jij wel. Daarom zul je regelmatig iets vergeten mee te nemen als je de deur uitgaat. Meestal iets belangrijks, zoals je telefoon of je huissleutels.
  15. Het komt nooit meer goed met de zwangerschapsdementie. Maar het went.
  16. Als je een baby hebt, concludeer je dat je je huis nog prima op orde kunt houden. Maar daar moet je niet veel later keihard op terugkomen, als de pindakaas aan de muren zit, er op je bank wordt geplast, op de vloer wordt gekleurd en het behang van de muren wordt getrokken.
  17. Dat went ook.
  18. Sterker nog, je wordt een leuker mens van het loslaten van de controle. Je hebt meer tijd om te focussen op wat er écht toe doet.
  19. Op een gegeven moment vind je de chaos zelfs wel gezellig. Op dat moment ben je klaar voor nog een kind (als je zou willen en mits de natuur wil meewerken uiteraard).
  20. Er komt een dag dat je je niet meer kunt voorstellen hoe het leven eruit zou zien zónder kinderen. En je ook echt niet meer terug zou willen. ‘Omdat je er zoveel voor terug krijgt.’
  21. Dat is het moment dat je je kinderloze vriendinnen begint te overtuigen van hoe fantastisch het allemaal is, dat moederschap. En zo beginnen zij op een goeie dag argeloos aan hetzelfde onstuimige avontuur. Herlees dit stuk vanaf punt 1.

LEES OOK: Het geheim van het moederschap? De fuck it mentaliteit!