18 dingen die je nooit moet zeggen tegen een stiefmoeder
Barbara’s vriendin heeft een kind van één – en een stiefzoon van 8. Maar dat is best pittig, de vooroordelen waar ze mee te maken krijgt. Dit zijn de opmerkingen die ze steeds weer te horen krijgt!
Mijn vriendin woont al bijna vier jaar samen met haar vriend, zijn zoon van 8 en hun dreumes van één. Als stiefmoeder weet zij: soms zou je het liefst een schoen naar mensen willen gooien, om de domme dingen die ze tegen je zeggen, maar… goede moeders gooien natuurlijk niet met schoenen. Voor Me-to We zette zij de 18 meest ongevoelige opmerkingen op een rijtje die mensen maken tegen stiefmoeders (en waar je je dus lekker niks van aan moet trekken):
- Als je maar niet gaat doen alsof het jouw kind is. Nee zeg, stel je voor dat je jouw stiefkind gaat behandelen alsof hij echt van jou is en er vanzelfsprekend bij hoort. Veel beter is het om een gepaste afstand te bewaren. Kinderen zijn dol op afstand. Daarom knopen ze ook nooit een praatje aan terwijl je op het toilet zit.
LEES OOK: Scheiden zonder lijdende kinderen? De 14-jarige Suzan geeft tips!
- Je hebt zelf geen kinderen dus je begrijpt niet hoe het voelt als ze iets doen waarop je heel trots bent. Deze uitspraak wordt meestal gedaan na een muziekuitvoering van de trompet- of fluitles waar jij jouw stiefkind elke week (meestal door in druipende regen) naartoe hebt gebracht.
- Als je gewoon lief voor ze bent houden ze vanzelf van je. Dit is de grootst mogelijke onzin. Je kunt de koekjeskoningin zijn, uren voorlezen, pannenkoeken bakken en pleisters plakken op de lichtste schaafwond, soms blijf je gewoon het grote boze monster dat mama’s plek heeft ingenomen. Dat is een superlastige positie en je kunt er helaas niks aan doen. Een goede band met stiefkinderen kost tijd, liefde, moeite en nog meer tijd.
- En ben je een lieve of een boze stiefmoeder? Deze onhandige en ongevoelige uitspraak komt meestal van mannen. Deze mannen zijn onzeker en weten soms ook niet helemaal zeker of ze van hun vrouw wel met jou mogen praten. Jij bent namelijk geen collega-moeder. Het meest neutrale antwoord hierop is: ‘Ik ben gewoon mezelf.’ Maar je kunt natuurlijk ook de net zo impertinente tegenvraag stellen: ‘Wie wil je dat ik ben…?’
- Het zal wel even wennen zijn dat je nu niet meer al het geld aan jezelf uit kunt geven. Vragen naar andermans financiën is onbeleefd. Maar ouders mogen alle onbeleefde vragen stellen als het ergens maar vaag ergens te maken heeft met kinderen. Het chique antwoord is: Ik praat liever niet over geld. Het lekkerste antwoord is: Ach, ik heb zoveel geld, ik denk er eigenlijk nooit zo over na waar ik het aan uitgeef.
- Je wist van te voren dat het niet makkelijk zou worden, je bent nu eenmaal niet zijn eigen moeder. Misschien waar, maar dat wil nog niet zeggen dat je niet af en toe troost nodig hebt of een schouderklopje. Als een soldaat vanuit Afghanistan naar zijn moeder belt, zegt die toch ook niet: Nou jongen, je wist van te voren dat het geen pretje zou zijn in dat land. Net zo goed als je tegen een astronaut die eenzaam is niet zegt: Ja, maar je wist toch dat je alleen zou zijn daar? Dat je iets doorgezet hebt waarvan je wist dat het moeilijk zou worden verdient respet en ook al redt je geen levens en onderzoek je geen planeten, je hebt een oudertaak op je genomen, zonder dat je er de liefde voor terugkrijgt. Dat verdient op z’n minst waardering van je omgeving.
- Je begrijpt die band tussen moeder en kind pas als je zelf een kind hebt. Misschien is dit waar, maar dat betekent niet dat je niet van een kindje kunt houden. En het betekent ook niet dat je een hele speciale en liefdevolle band kunt opbouwen met je stiefkind.
- Je zult altijd meer van je eigen kindje houden dan van je stiefkind. Het gekke is dat je nooit iemand zal horen zeggen: Je zal altijd meer van je eigen kinderen houden dan van je adoptiekind. Natuurlijk is er een speciale band tussen jouw en je kindje omdat deze in je buik heeft gezeten, maar je bepaalt voor een groot deel zelf de relatie met je stiefkind. Vergelijken is zinloos.
- Je wist wat je jezelf op de hals haalde toen je met hem samen ging wonen. Je wist dat hij een kind had. Bullshit. Je had geen idee. Je had misschien een neefje dat je wel leuk vond of een lief oppaskind. Je hebt misschien een goed boek over stiefkinderen gelezen, maar er is niks wat je voorbereid op de realiteit, namelijk: leven in een samengesteld gezin.
- Je moet niet proberen de plek van zijn moeder in te nemen. Nee, maar dat betekent niet dat jij niet ook een bijzondere plek hebt verdiend. Jij brengt hem ook door weer en wind naar hockey, jij wast ook zijn onderbroeken en jij troost hem ook als hij een nachtmerrie heeft.
- Je bent niet met het kind meegegroeid, dus is het voor jou moeilijk om te begrijpen waar hij nu aan toe is. Zien dat iemand van zeven te oud is voor Bumba en Zandkasteel is geen hogere wiskunde, ook al willen sommige mensen dat wel graag zo voor laten komen. Je hoeft ook echt geen genie te zijn om te zien dat je stiefkindje een nieuwe interesse begint te ontwikkelen. Het enige wat je daarvoor nodig hebt is interesse in een ander mens.
- Lukt het je een beetje, het zal wel heel erg wennen zijn om je vrijheid zo op te moeten geven, als je moeder wordt gaat dat op een natuurlijke manier. Veel ouders geloven dat mensen zonder kinderen de hele dag drinkend feest vieren op een berg geld die ze alleen maar aan zichzelf hoeven uit te geven. Dit beeld kan je niet veranderen. Als het je toch ergert kun je eventueel een tegenvraag stellen: Tja, vrijheid opgeven… Voelt het echt als een gevangenis voor jou, een gezin met kinderen?
- Wil jij ook nog kinderen van jezelf? Deze vraag heeft iets beschuldigends en er is geen goed antwoord op mogelijk. Als je ‘ja’ zegt krijg je steevast het antwoord: Oei, dat zal dan nog wel extra moeilijk worden voor kleine Billie. Als je ‘nee’ zegt krijg je meestal een kort antwoord in de trant van ‘O, jij wil gewoon lekker vrij blijven.’ En een blik van: dat is dus zo’n kouwe kikker. Het enige antwoord dat nog wel geaccepteerd wordt, is: ‘Ik kan zelf niet makkelijk kinderen krijgen, maar we hopen op een wondertje.’
- Je hebt zelf misschien ook niet zo’n behoefte aan eigen kinderen, omdat je die van al hem hebt. Dit is iets wat je zegt over een fles olijfolie, niet over kinderen. Voel je nooit schuldig omdat je misschien zelf ook nog wel kinderen wil. Een samengesteld gezin is hard werken, maar iedereen mag zijn behoeften en wensen hebben. En het is helemaal niet gek om zelf zwanger te willen zijn.
- Ja, nu maak je eens mee wat echte moeheid is. Mensen met kinderen maken graag hele kleine dingen heel erg bijzonder. Moe zijn, is daar een voorbeeld van. Jij kunt de Kilimanjaro hebben beklommen en daarna de Tour de France hebben gereden, een stiefkind met een nachtmerrie, dan merk je pas wat moeheid is.
- Het is toch anders als het niet je eigen kind is. Ook weer zo’n leuke opmerking die je niemand ooit hoort maken tegen een adoptiemoeder.
- Waren zij nog bij elkaar toen hij jou ontmoette, want dat maakt het natuurlijk wel extra moeilijk. Deze uitspraak wordt vaak gedaan door de ik-heb-overal-verstand-van moeders. Een relatief grote groep amateurpsychologen die met vlotte mond diagnosticeert. Probeer wel te onthouden, dat het voor deze groep belangstellende meer gaat om de roddel of jij je partner afgepakt hebt van hun collega-moeder, dan of het werkelijk extra moeilijk is voor het kind.
- Maar hij ziet zijn moeder nog wel genoeg? Het is een vervelende vraag, maar vergeet niet dat die vervelende vraag meestal gesteld wordt door vervelende mensen. En vervelende mensen, ach je kunt er de grachten mee dempen. Een goede stiefmoeder daarentegen, die is goud waard en kan echt een verschil maken. Vooral als ze de opmerkingen van anderen naast zich neer weet te leggen.
LEES OOK: Wat je niet moet zeggen tegen een alleenstaande moeder
Foto: Thinkstock