15 voornemens die je had toen je nog geen kind had (voor nr. 4 schaam je je nu een beetje)
Nooit toegeven bij gekrijs en al helemaal geen uren op de iPad – je had je nogal wat voorgenomen toen je een kind kreeg. Voor sommige voornemens schaam je je nu zelfs een beetje.
Lees ook: 25 Regels over opvoeden en kinderen (die je niet uit de boekjes haalt!)
Casper (ruim 1,5) is nogal fan van Nijntje. Zo fan dat hij bij het krieken van de dag in z’n bedje de bekende tune begint te zingen en uit z’n dak gaat als hij z’n geliefde konijn per ongeluk ergens ontdekt. Zoals laatst in de supermarkt. Waar Nijntje ons toelachte vanaf een tube tandpasta. Nu hadden we helemaal geen tandpasta nodig dus was er geen enkele aanleiding om die tube aan te schaffen, behalve dan dat Casper er niet meer over ophield en bijkans hysterisch dreigde te worden. En ik dacht: wat is een tube tandpasta nou helemaal als ik daarmee een hoop gedoe voorkom? En dus ging de tandpasta in de tas en dacht ik heel even aan hoe ik me had voorgenomen niet te vallen voor al die kindermarketing. Een voornemen waar ik nu een beetje meewarig op terugkijk. En zo zijn er wel mee, zoals deze:
1. Nooit toegeven bij gekrijs
Je hebt het echt weleens gedacht, bij iemand op straat, of als je je vriendin zag worstelen met een opstandige peuter. Iets in de trant van: tja, als je ook toegeeft aan dit gekrijs… Jijzelf zou natuurlijk de vleesgeworden consequentheid zijn en nooit uit sociale of – o horror- gemakzuchtige overwegingen toegeven aan een krijsend kind. Nee, jij niet.
2. ‘Nou, die van mij…’
Voordat je moeder werd, viel het je al op. Verkondigde vriendin A trots dat junior na anderhalf jaar ook eens een stapje had gezet, dan wist vriendin B niet hoe snel ze moest roepen dat háár Evert-Jannetje van dezelfde leeftijd al zelfstandig naar de peuterspeelzaal voor hoogbegaafden fietste. Hoe irritant! Dat zou jij nooit doen. Nu je eenmaal moeder bent, neem je je nog steeds heel vaak voor om niet te vergelijken, maar soms gaat het gewoon vanzelf. Want het ís natuurlijk ook echt heel erg knap dat jouw kind al met vier maanden voor het eerst mama zei, hè. En dat wil je graag delen met eh… de hele wereld, eigenlijk.
3. Geen poepluiers in het openbaar
Met een blik die zoveel betekende als ‘ik zeg niks, maar vind van alles’ keek je de andere kant op als je vriendin – die vroeger toch zo normaal was – tijdens een verjaardag besloot in het openbaar de baby te gaan verschonen. Waarna er ineens zo’n bloot kind op de bank / grond / tafel lag en jij ongewild tegen een smerige luier vol poep aan zat te kijken. Dat zou jij zelf vele malen minder onsmakelijk gaan aanpakken. Nu je zelf een kind hebt, beschouw je het pas als onsmakelijk wanneer de poep tussen z’n tenen zit en hij met blote voeten over het buffet banjert, of zoiets.
4. Maximaal vijf minuten op de iPad
Een duidelijk schermenbeleid en nooit meer dan de toegestane drie minuten iPad per 48 uur. Iets in die richting was je voornemen toen je baby nog ongeboren in je buik zat en je nog niet wist dat iPads en peuters magnetische krachten op elkaar uitoefenen en het vroegtijdig (na grofweg een uur… of twee) afpakken ervan gelijk staat aan spelen met je leven of in elk geval de huiselijke harmonie.
5. Alleen maar gezond
Gewone yoghurt als toetje en uitsluitend komkommer als tussendoortje – aan gezonde voornemens geen gebrek. En natuurlijk water drinken. Diksap? Ieks! Limonade? Puur vergif! Tot blijkt dat je peuter niet zo heel erg dol is op yoghurt en water, maar wel op kleurige toetjes vol E-nummers en mierzoete aanmaaklimo.
6. Geen gesprekken onderbreken
Vroeger kon je uren met haar bellen, maar sinds je vriendin een kind kreeg, verloopt een groot deel van die gesprekken ongeveer zo. ‘Schatje, mama is heel even aan het be… Wat zeg je? Honger? Ik ga straks… Nou, niet zo gillen, ik ga zo… Nee, je krijgt nu geen… Niet schreeuwen. En ook niet slaan. LAAT DE KAT HEEL. (zucht) Ik bel je terug.’ Waarna ze ophing. En niet meer belde.
Eerlijk gezegd irriteerde deze gang van zaken je nogal en toen je zelf moeder werd, nam je je voor het heel anders aan te pakken. Want jouw kind had maar gewoon te accepteren dat mama soms aan het bellen dan wel praten was. Tot je erachter kwam dat accepteren niet iets is waar peuters erg goed in zijn en je met terugwerkende kracht stilletjes sorry hebt gezegd tegen je vriendin. Met wie je tegenwoordig uitsluitend nog per app communiceert.
7. Nooit zes paar schoenen in één maat aanschaffen
Je snapte nooit helemaal waarom je nicht chronisch klaagde dat ze krap bij kas zat, maar wel zes paar schoenen in maat 23 aanschafte. Een kind kon toch ook prima leven op één hooguit twee paar schoenen? Waar ze bovendien ook nog eens in een week uit groeiden? Inmiddels weet je beter. Er is zoveel leuks en het staat allemaal zo kek. Zes paar is feitelijk nog maar het begin.
8. Geen telefoon
Je telefoon, die was van jou. En dus zou je je kind er nooit op laten spelen, want dan was het einde natuurlijk zoek. Tot je met een krijsend kind een tochtje supermarkt probeert te overleven en je junior schaamteloos verplicht om op jouw geliefde telefoon Bumba te gaan kijken.
9. Het bestaan van Bumba ontkennen
Over Bumba gesproken: die zou jouw kind nooit leren kennen. Omdat jij de ellendeling simpelweg uit jullie leven zou weren, inclusief irritante muziekjes en spuuglelijke knuffels. Tot je kind bij opa en oma een keer per ongeluk die vervelende clown onder ogen krijgt, subiet fan is en jij in een moment van zwakte toch het Bumba-kanaal op YouTube aanzet. Waarna er geen enkele weg meer terug is.
10. Iedereen in z’n eigen bed
Jouw kind zou natuurlijk nooit in het echtelijk bed slapen. Nee, zeg. Begin van het einde. Het idéé. Tot je voor de zoveelste keer om half drie uur ’s nachts tollend van de slaap boven een ledikantje hangt, je je van pure ellende de tekst van ‘slaap kindje slaap’ niet meer kunt herinneren en je je kind zo’n beetje smeekt om bij jou in bed te komen liggen. De peutervoet in je neus waarmee je de volgende dag wakker wordt, neem je maar wat graag voor lief.
11. Het woord ‘praktisch’ nooit gebruiken
‘Nou, en toen gingen we op vakantie naar een ontzettend leuk huisjespark waar het kinderbedje al klaar stond en waar elk huisje zelfs een droger had. Een dróger. Zo praktisch.’ Ja hoor, je begrijpt best dat bepaalde dingen handig zijn voor wie met kinderen op pad is, maar waarom de ene na de andere vroeger nogal hippe vriendin alleen nog maar enthousiast kon worden van alles wat praktisch is, was jou een raadsel. Eerlijk gezegd vond je als dat ge-praktisch een beetje eh… suf. Tot je zelf een kind kreeg en begrijpt dat praktisch je nieuwe heilige graal is.
12. Geen Nijntje-tandpasta
Je had natuurlijk wel gezien dat in de schappen van de gemiddelde supermarkt het ene kinderfiguur na het andere op de verpakkingen van toetjes, tandpasta en aanmaaklimonade prijkt. En dat vond je altijd een beetje belachelijk. Waarom drie euro meer neertellen voor Bumba-koekjes als doodgewone mariakaakjes ook best te knagen zijn? En toegeven aan een kind dat staat te schreeuwen om Piet Piraat-vla, dat zou jij natuurlijk ook nooit doen. Tot je erachter komt dat peuters echt heel erg dol kunnen zijn op die ellendige figuurtjes en je allang blij bent als je een supermarkt-missie zonder gekrijs doorkomt. Bumba-koekjes beschouw je in dat licht als slechts een kleine opoffering.
13. Je huis niet aanpassen
Toevallig ben je erg dol op kaarsen en de komst van je kind bracht daarin natuurlijk geen verandering. Dus nam je je voor je geliefde plateau met zestien verschillend gekleurde stompkaarsen gewoon op de salontafel te laten staan, want ‘je kunt kinderen ook dingen leren’. Met hetzelfde idee in je hoofd bedacht je dat je die stomme slotjes op keukenkastjes nogal irritant vindt, dus die zou je ook weglaten. Tot je kind voor de driehonderdste keer je kaarsen met je kaarsen voetbalt, je ‘m bovendien ternauwernood kunt behoeden een slok Dreft te nemen en je ineens begrijpt waarom mensen met kinderen kale salontafels en kastjes met irritante slotjes hebben.
14. Mooi speelgoed kopen
Waarom je vrienden met de komst van hun kinderen ineens hun huis vol bouwden met heel lelijk plastic speelgoed in nog veel lelijkere kleuren, was jou een raadsel. Nu moesten ze dat vooral zelf weten, maar jij zou het in elk geval heel anders aanpakken. Met mooi houten speelgoed, in zachte pasteltinten. En zonder irritante muziekjes. En jouw kind zou daar dan ook echt mee spelen. Moehahaha.
15. Gewoon naar de Sierra Nevada
Die afgelegen natuurcamping in hooglanden van Spanje mag dan de saaiste plek ooit zijn, voor jou is het de hemel. De weidse vergezichten, absolute stilte en het complete gebrek aan internet maken dat je er al jaren je zomervakantie doorbrengt en als herboren terugkomt. De komst van je kind zou daar natuurlijk niks aan veranderen. Misschien zag je jezelf zelfs al mediterend op een bergtop zitten, je kind al even zen naast je, spelend met twee stokjes en een beetje zand. Yeah right… Tot je erachter komt dat kinderentertainment – het liefst van het extreem drukke en schreeuwerige soort – essentieel is en je lachend incheckt op een plek met veel glijbanen en een Nederlands sprekend animatieteam. Heb je ook eens rust.
Lees ook: Ochtend van een moeder vs ochtend van een kind