14 lessen die je leert als je een tweede kind krijgt

Je denkt als je een tijdje moeder bent, dat je wel gepokt en gemazeld bent. Enter tweede kind. Ineens blijken er nog héél veel nieuwe inzichten, en wel deze:

1. Je bent na de geboorte van je tweede zo’n 300 keer relaxter dan je was bij je eerste, omdat je niet meer bij alles denkt: help, wat is dit?!

2. De babyboeken met titels als ‘ritme en regelmaat’, ‘Inbakeren hoe en wat’ en ‘hoe zorg ik dat mijn baby (door)slaapt’ staan na de komst van de tweede zielig te verstoffen in de boekenkast. Moederlijke intuïtie rules!

LEES OOK: Als je kind niet wil springen… De ‘Oei, ik groei’ terreur

3. Ja, je kunt net zoveel van beide kinderen houden (al kon je je dat misschien  niet voorstellen toen je er nog maar één had, op wie je stapelverliefd was).

4. De term vermoeidheid krijgt bij twee kinderen weer een geheel nieuwe lading.

5. Heb je twee koters onder de drie jaar? Dan is er altijd wel eentje aan het dutten. Zoiets simpels als een boodschap doen vereist een bijna militaire planning.

6. Er is een ongeschreven wet: als er één gaat huilen, zal de ander – op welke manier of vorm dan ook – zeker ook zijn aandacht opeisen.

7. Je kinderen zullen, hoe klein ook, het voor elkaar krijgen ruzie met elkaar te maken.

8. Schreef je elke scheet (letterlijk!) van je eerste nog op in een babydagboek, bij de tweede blijft dat boek opvallend leeg. Gewoon geen tijd meer voor.

9. Je zal je zelf afvragen waarom je één kind destijds zwaar vond.

10. Moest de eerste per se gekleed in kakelverse kleertjes? De tweede moet het doen met afdragertjes van grote zus of broer. En dat is helemaal prima.

11. Resultaten uit het verleden bieden geen garanties voor de toekomst. Ook al doe jij dingen precies hetzelfde, dat betekent niet dat je tweede kind automatisch hetzelfde reageert als de eerste. Zo sliep mijn oudste na 10 weken hele nachten door, maar de tweede pas na een dik jaar.

12. Je zal continu de namen van je kinderen door elkaar heen halen. “Nee Stef, eh Lisa, dat vind ik niet goed!” “Lisa, eh Stef, houd op met je zusje pesten!”

13. Trok je bij je eerste meteen een schoon rompertje aan als daar een vlek op kwam, bij baby twee ben je al heel tevreden dat je twee kinderen aangekleed hebt gekregen en kijk je niet meer op een vlek – of vier.

14. Je man en jij runnen een soort bedrijf met twee kinderen. ‘Doe jij de fles? Dan zet ik de peuter op de pot’ –  dat werk.