12 dingen die je denkt als je kind niet zelf kan spelen

08.01.2017 05:00
12 dingen die je denkt als je kind niet zelf kan spelen


Renske’s oudste víndt het nogal lastig om zelf te spelen: het liefst hangt hij aan haar been. Want zeg nou zelf, dat is ook een gaaf spel. Toch? Mmmmm. 

Lees ook: 19 dingen die je denkt als er een kind komt spelen 

Hallo allemaal, hier zijn we weer. Dit keer gaan we het eens hebben over dingen die je denkt als je kind niet zelf kan spelen. Rapapapaa doe de riemen maar vast! En laten we vooraf even een ding heel duidelijk stellen: dit stukje is dus niet bestemd voor mensen die denken dat het allemaal weer aan mij (de moeder) ligt.

BITCHEZ DIE DENKEN DAT HET ALLEMAAL AAN DE MOEDER LIGT MOETEN NU WEGKLIKKEN >>>

Fijn dat jullie er nog zijn, en fijn dat er wat vertrouwen is in mij als moeder. Hier komt het.

Ding 1
Mensenkinderen! Sommige mensen zeggen dat je ‘zelf spelen’ kunt áánleren, maar hoe lang moet de adem voor dat soort dingen zijn? Gaat dit ooit nog goed komen? Ik vraag het me toch ernstig af. De wanhoop is nabij. Doe ik iets verkeerd? Is er te weinig speelgoed? Is er te weinig rust? Ligt het dan toch allemaal aan mij?

Ding 2
Oh, misschien ben ik te zenuwachtig geweest tijdens de zwangerschap. Als ik zo terugkijk, en als ik eerlijk ben, heb ik toch best wel wat werkstress gehad tijdens de zwangerschap. Google zegt dat stress tijdens de zwangerschap toch echt hetzelfde is als roken tijdens je zwangerschap. Er is zelfs kans op gedragsproblemen. Dus hey, misschien is het een voorteken? Ik heb mijn kind verpest!

Ding 3
Kom op. Doe normaal. Judge me niet. Er zijn genoeg kinderen van wie de moeder een beetje stress heeft gehad tijdens de zwangerschap, maar die die te midden van eventuele drukte gewoon gaan zitten spelen. En er is heus niet te weinig speelgoed – je moet zelfs speelgoed doseren, zei oma laatst. Oké wacht, misschien moet ik dus juist mínder speelgoed aanbieden? Gottegottegot. Zou er dan eindelijk een moment komen dat peuter S. gewoon een uurtje zelf gaat spelen, met ik noem eens wat: de verstofte blokken?

Ding 4
Okeetjes. Dat lijkt bij mij thuis dus niet te werken. Bij oma natuurlijk wel, maar bij mij natuurlijk weer niet. Weet je wat het is? Het zit in de familie. Hij heeft het van mij. Het schijnt namelijk dat ik mijzelf vroeger ook bijster slecht kon vermaken. Het verhaal wil dat ik uit jaloezie eens een vriendje woedend in het oor gebeten heb toen hij (hij wél) met mijn Lego speelde? En dat het helemaal bloedde? En dat die moeder woedend werd op mijn moeder en dat het echt een smet op hun vriendschap was? Wat peuters al niet teweeg kunnen brengen. Hele vriendschappen gaan onderuit.

Ding 5
Even tussendoor, ik wil even benadrukken dat ik keurig ben opgedroogd. Ik heb nooit meer mensen in het oor gebeten.

Ding 6
Oh, wat leuk, een indianentent om in te spelen / een op afstand bestuurbare auto / nieuwe toffe blokken / een geweldige garage / een keyboard  / magna tiles (dat zijn zelfklevende magnetische tegels). Ja, ik denk toch echt dat S. daar úren zoet mee zal zijn! Of nouja, een half uur. Of nouja, twintig minuten. Of nouja, vijf minuten. Of nouja, twee minuten. Of nouja, ik denk dat IK er een minuutje mee zal spelen en dat S. dan toekijkt hoe mamma met de blokken speelt.

Ding 7
Wow, wat geweldig, peuter S. is uit zichzelf naar de speelhoek gelopen. Het is fantastisch, zie je wel, hij kán het. Dit gaat de goede kant op. Hij gaat zelfs zitten en vrolijk met de garage spelen. We bellen de krant, ik zie de koppen al voor me. Zal ik hem aanmoedigen? Zal ik zeggen dat hij zo prachtig met de auto’s speelt?

Ding 8
Mmm. Ik had hem niet moeten aanmoedigen, want daar werd hij dusdanig door afgeleid dat het over en uit was met het blokken bouwen. En nu wil hij iets lekkers en komt er morgen dus niks in de krant.

Ding 9
Iets lekkers. Iets lekkers! Ik geloof dat er duizend keer per dag om iets lekkers wordt gevraagd? Ik denk dat iets lekkers vragen hier ernstig wordt verward met spelen? Wat een toestand.

Ding 10
Het blijkt dat wanneer je kinderen hebt die zichzelf kunnen vermaken, dat je heel makkelijk en gezellig bezoek ontvangen. If only, if only. Op dit moment is bezoek ontvangen een ware uitdaging, omdat ik én het bezoek én de peuter moet managen!

Ding 11
Zit je bijvoorbeeld net met rode koontjes te bespreken dat je seksleven kneiterbrak is (UNDERSTATEMENT UNDERSTATEMENT), komt er een peuter aan je been hangen die zegt dat hij: moet poepen / drie minuten met de blokken heeft gespeeld / buiten iets opmerkelijks heeft gezien / dat we bij de brievenbus moeten gaan kijken omdat hij ‘m heeft horen klepperen / opa wil bellen / iets lekkers wil / iets te drinken wil / ziet dat het buiten donker wordt / zijn koekje op is. Dat bedoel ik. Waar hadden we het ook alweer over?

Ding 12
Oh, en toch is het een lieverdje. Hij zoekt gewoon constant de verbinding op – wat natuurlijk ontzettend schattig is. Weet je wat het is? Hij is gewoon óp me. En ik op hem! Maar ja, ik moet af en toe ook gewoon even kunnen koken. Kunnen praten met bezoek. Kunnen douchen. Kunnen POEPEN zonder dat er een peuter achter me aan dribbelt? Ik zeg: een moedermensch moet toch vredig kunnen poepen of heb ik het mis.

Ik houd vol. Ik houd vol. Peuter S. is nu net drie jaar, misschien komt het nog goed. Oké, zeg me dat het goed komt. Iemand hier ervaring met notoire niet-spelers? Die uiteindelijk toch wel zelf gingen spelen? HOE DAN? Zeg het me.

Lees ook: Verstoppertje spelen met 12 peuters. Kun jij ze allemaal vinden?