11 dingen die ik anders zou doen als ik opnieuw moeder werd
Voor de eerste keer moeder worden is een proces en dan maak je uiteraard beginnersfouten. Deze 11 dingen zou Janneke achteraf héél anders doen.
Lees ook: Waarom ik een groot fan ben van een Schema in de babytijd
Het lastige van twee kinderen in één keer krijgen als onervaren moeder, zoals mij overkwam, is dat je niet de kans krijgt om het bij het tweede kind allemaal anders te doen. Allebei je kinderen moeten het doen met een flinke dosis onervarenheid, beginnersfouten en een langzaam wederzijds gewenningsproces. Wat zou ik dezelfde periode nog eens doorlopen, maar dan met de ervaring die ik nu heb als moeder! Ik zou een heleboel dingen anders aanpakken. Dit is hoe ik het nu zou doen:
- De ‘regels’ aan mijn laars lappen.
Het maximum aantal schepjes melk dat een baby mag hebben, het nauwkeurig gescheiden houden van de gekolfde melk van 2.00 uur en die van 15.30 uur, het met militaire precisie uitkoken van de flessen – met terugwerkende kracht zou ik er een stuk makkelijker mee omgaan. Waarom je krampachtig aan ‘de regels’ houden als er ook zoiets bestaat als moedergevoel? Onze kinderen hebben in retrospectief regelmatig gehuild van de honger omdat artsen beweerden dat ze te veel dronken, en wij zijn zeker een half jaar lang heel spastisch in de weer geweest met een waterkoker, terwijl onze Quooker gewoon gefilterd gekookt water leverde. Wat een gedoe. Ik zeg: als moeder weet je het het best, en waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? - Het consequent verschonen op de commode.
Ook midden in de nacht, na een nachtvoeding. Of ie nou vol was of niet, een schone luier zouden ze krijgen, uiteraard bij kunstlicht om te zien of-ie wel goed zat. Kinderen wakker, wij wakker, en dan maar zien dat iedereen weer in slaap kwam. Duurde maanden voor we erachter kwamen dat je je kinderen ook op een verschoonkussen op je bed in het donker kan verschonen, en alleen als het écht nodig is. - Naar een osteopaat gaan.
Ook kwam ik er pas máánden later achter dat er zoiets bestaat als een osteopaat en dat die in één of twee behandelingen baby’s van hun (verborgen) reflux kan afhelpen. En dat niet alleen, ze zijn ook gespecialiseerd in het behandelen van keizersnede-gerelateerde littekenissues. Met terugwerkende kracht zou ik éérst een osteopaat uitproberen, en dan pas alle andere mogelijkheden gaan onderzoeken. - Inbakeren, die handel.
Achteraf had ik graag, ruim vóór de geboorte, alvast een heel arsenaal aan professionele inbakerunits en draagdoeken ingeslagen. Ik dacht dat inbakeren betekende dat je je kind in een deken wikkelde zoals de kraamverzorgster dat had voorgedaan, maar bij het echte betere inbakerwerk komt op zijn minst klittenband kijken. En zo’n draagdoek zou ik ook paraat hebben zodat ik er vanaf dag één mee kon vergroeien (hoewel je met een tweeling dan altijd nog één baby overhoudt, daar heb ik nog steeds geen oplossing voor). - De boel de boel laten.
Dat deed ik noodgedwongen al behoorlijk, maar met terugwerkende kracht zou ik me nóg minder druk maken om onbelangrijke zaken als het huishouden en de was. Gewoon de boel net zo laten verslonzen tot het kraambezoek of de man een stofzuiger ter hand neemt of die laatstgenoemde uit zichzelf ontdekt dat er geen schone rompers meer zijn. - Genieten van een opgeruimd huis.
Nog even over dat verslonzen van het huis: dat valt in de babytijd dus écht wel mee. Maakte ik me toen nog druk om een melkvlek, en een rondslingerend spuugdoekje, inmiddels worden er dagelijks pindakaashanden en snottebellen aan mijn broek afgeveegd en wordt er op het kleed geplast, in de gordijnen geknipt en op de vloer gekleurd. Met terugwerkende kracht zou ik tijdens de babytijd genieten van een inrichting die nog iets wegheeft van hoe je het ooit voor ogen had. - Me minder druk maken om alles.
Oké, ik zou me nog steeds druk maken om de kwetsbaarheid van zo’n kleintje en of het nog wel ademt en zo. Maar ik zou me bijvoorbeeld geen zorgen meer maken over dat mijn leven nooit meer hetzelfde zou worden, en dat ik nooit meer iets anders zou horen dan babygehuil. Want, hoe indringend dat gehuil ook kan zijn, alles is een fase, en achteraf zou je het maar wat graag nog eens terug horen. En nee, je leven wordt nooit meer hetzelfde, maar op een gegeven moment wíl je dat ook niet meer. - Zoveel mogelijk slaap pakken.
Ik zou achteraf naast het verzorgen van de baby’s nog maar één prioriteit hebben en dat is slapen. Wanneer het maar kan en zo lang als het maar kan. Hazeslaapjes, staande dutjes, gedommel: ik zou er allemaal voor gaan. Waar ik níet voor zou gaan: appjes versturen, op Facebook kijken, of de tv aanzetten. Want ik zou weten dat alles in het prille moederschap zo’n beetje valt of staat met het aantal uren slaap dat je hebt gehad. En dat de buitenwereld zonder jou ook gewoon doordraait. - Knuffelen.
Weet je wat ik zou doen als ik nog eens twee baby’s kreeg? Minder tijd steken in aan- en uitkleden, wegen, temperaturen en kijken of ze hun hoofd al kunnen optillen. Ik zou ze heel vaak bloot of met alleen een luier aan tegen me aan leggen, met ze knuffelen, naar ze staren en als ik daarmee klaar was, zou ik weer van voren af aan beginnen. - Filmpjes maken.
Foto’s zijn leuk, maar filmpjes zijn ALLES. Mocht ik het overdoen, dan zou ik ontelbaar veel filmpjes maken, minimaal dagelijks, en vooral ook van dingen die op dat moment onbenullig lijken. Want geloof het of niet, op een dag smul je van de filmpjes van zo’n zachtjes jengelende baby en die ongecontroleerde bewegingen en alles waar de woorden ‘eerste keer’ aan te pas komen. - Me minder schuldig voelen.
Dat hele concept schuldgevoel: als het even kon, zou ik het aan me laten voorbij laten gaan. Want ervaren moeder of niet, je schiet sowieso af en toe tekort. Omdat je bijvoorbeeld meer zin hebt om even te Netflixen dan met je baby’s te knuffelen, je alweer vergeten bent een leuk filmpje te maken, of je moedergevoel je in de steek laat. Jammer, maar helaas. Je bent ook maar een mens. En je kinderen zullen het je later echt niet kwalijk nemen.
Lees ook: Deze 17 dingen gaat je kind later NIET zeggen als het terugblikt op z’n babytijd
Janneke (45) heeft drie dochters: een tweeling van 8 en een peuter van 2. Over de tweelingzwangerschap en -hectiek van de eerste jaren schreef ze het boek O jee het zijn er twee. Tegenwoordig probeert ze vanuit intuïtie en creativiteit te balanceren tussen haar werk als schrijver en het moederschap van drie meiden. Je kunt haar belevenissen ook volgen op haar Instagram.