10 vreselijke dingen van het kersverse moederschap die je razendsnel vergeet
Er als een pinguïn bij lopen tijdens je zwangerschap met veel te grote, opgezwollen Shrek-voeten, helse pijnen tijdens het werpen, opkrabbelen na de bevalling: het maakt zo verschrikkelijk veel indruk. Maar zó gek: dat block je dus gewoon, merkte Franke. Gelukkig maar!
Lees ook: 14 dingen die je altijd probeert te doen terwijl je borstvoeding geeft
Jongens, jongens, wat vond ik het een heftige toestand, moeder worden. Bij elke belevenis dat eerste jaar schrik je je zo enorm de vellen dat je denkt: hoe overleef ik dit nou weer? Maar het gekke is: dat doe je dus wél, en vrij snel ook. Gek, hoe dat werkt in je hoofd: dat je al die heavy shit zó naar de eeuwige jachtvelden kunt laten verdwijnen. Om andere moeders vervolgens een veel te rooskleurig beeld van het moederschap in hun maag te splitsen, wat nou ook weer niet bezijden de waarheid is. Maar zo werkt het blijkbaar, in de natuur. En dat geldt voor alles. Echt. Alles. Zoals:
- Al die ellendige zwangerschapskwalen.
Misselijkheid, duizeligheid, brandend maagzuur, vermoeidheid, obstipatie, bandenpijn, bekkenpijn, harde buiken, aambeien, vaginale schimmel, hartkloppingen, krampkuiten, opgeblazen voeten, rare afscheiding, rugklachten, bloedend tandvlees, jeuk, ongewild urineverlies, tintelende handen, restless legs, spataderen, vaak moeten plassen, een overdreven reukvermogen, striae, acne, zwangerschapsmaskers, overmatig boeren en/of scheten, stinkzweet, lekkende borsten, geheugenverlies, hysterische huilbuien en vreetkicks, depressief worden van je vadsige lijf en de welbekende plofkop: op het moment suprême oncharmant en de nodige aanleiding om eens een flink potje te zeiken tegen je man/beste vriendin/moeder dat die draak van een zwangerschap je bekoorlijke, knappe, rationele zelfve heeft overgenomen.
Nu komt het mooie: die kwalen ben je vergeten zodra je je kind uit perst. Dat komt vooral omdat je dan subiet door de volgende reeks kwalen wordt overvallen. Nog even lekker nasudderen in zelfbeklag, daar heb je geen tijd voor. En dus hoor je jezelf een tijdje later liegen tegen je zwangere buurvrouw: ‘Meid, wat heerlijk. Wat een wonder is dat toch hè, zo’n kindje die in je buik groeit.’
- De demonische bevalling.
Op het moment zelf, of in ieder geval zo tegen de 8,9 centimeter ontsluiting, denk je: maak me dood. Wat is dit voor een godsgruwel! Maar na een paar dagen is die inferno afgezwakt tot een ‘lichtelijk traumaatje’. Om er een paar maanden later over te spreken in de eufemistische bewoordingen: ‘Wat een gedoe, hè?’
En weer later in dit proces ga je het – hoe is het mogelijk? – hebben over de pijnlijkste, maar ook mooiste dag van je leven. Mijn moeder heeft het niet eens meer over die pijn, 40 jaar na dato, alleen maar over hoe prachtig het was. Kun je nagaan. Zelfs die pijn slijt.
- De roze wolk (argghh!!!) van een kraamtijd.
Daas van de bevalling, het angstige besef dat die baby volledig afhankelijk is van jou en voorlopig nog wel even blijft, de deur die wordt platgelopen op de meest onhandige momenten door kraambezoek dat je niet kent, kraamhulpen die in de weg zitten: ook dat weet je geest vakkundig te ontkennen.
Dan blijkt die kraamtijd achteraf tóch een roze wolk te zijn, want: het was zo gezellig met tante Bep, die kraamverzorgende was toch echt een engeltje, en wát onmisbaar bleek zij te zijn toen je het opeens zonder moest doen.
- Dag 14. De beruchte dag.
De dag waarop de meeste kersverse ouders knetterende ruzie met elkaar krijgen over de meest onbenullige dingen. Compleet lamgeslagen door de insomnia, hongerig, niet wetend wanneer je moet douchen en ook geen idee hebbend hoe je nou eigenlijk als ouder moet functioneren, dus één bak onzekerheid: dag 14 moet de boeken in als D-van Day het ouderschap.
Maar gek genoeg gaat ook hier het rauwe randje vanaf. Tuurlijk, je weet echt nog wel dat je ergens die vreselijke wegtrekker van kreeg, maar het enige wat echt blijft hangen is: ik moet andere ouders helpen op D-Day. Dus sta je bij al je vrienden die nog moeten op dag 14 met een huisgemaakte lasagne op de stoep, om je vervolgens snel uit de voeten te maken.
- Dat hemeltergende slaapgebrek.
Die nachten, dat je zo brak bent dat je niet eens meer weet hoe je moet slapen van ellende. Schepjes melkpoeder hardop tellend omdat je volledig de kluts kwijt bent. Midden in de nacht op de A10 rondjes rijdend in de hoop dat je baby in de MaxiCosi op standje 80 km/uur wél zal slapen, de uren aftellen tot je ein-de-lijk zelf naar bed mag: op een gegeven moment komt daar een einde aan.
Hoe meer tijd eroverheen gaat, hoe meer je verdringt dat je ooit, zoals collega Renske het onlangs zo creatief omschreef, met je hoofd in een vissenkom zat. Die vissenkom, die gaat weg. Al blijft-ie altijd wel een beetje sluimerend aanwezig, hij is geen reden meer tot (zelf)moordpogingen.
- De krampjes, die krampjes!
Die vreselijke onmacht die je voelt als je baby pijn heeft. Dat heen-en weer ge-ijsbeer, rondjes draaiende op het buikje, beentjes bewegen, nou jij weer een rondje masseren, wat moeten we nou?? Pas op het punt dat je de neiging krijgt om je eigen haren uit je kop te trekken van wanhoop krijg je de ingeving om je baby in een draagzak te zetten en dan gebeurt er een wonder: je baby wordt stil!
Rondjes wandelen met je baby op je buik, dat lukt je nog wel. Voor je het weet, denk je weemoedig terug aan die prachtige lange zomeravonden dat jij met je lieveling ’s avonds de mooiste wandelingen maakte. Mijmerend over het leven en de toekomst.
- Al die angstwekkende ziektes.
Als iets wel dramatisch is voor jonge ouders, dan is het wel een ziek hummeltje dat lijdt aan de griep, verstopte neus, vijfde ziekte, zesde ziekte, plotselinge bulten, kokken of ander leed. Man, hoe vaak ik met mijn oudste wel niet midden in de nacht bij de huisartsenpost zat met een dubieuze kuch, iets te hoge temperatuur of gewoon het gevoel: ik vertrouw het niet zo. Gelukkig blijkt dan vaak dat het niets bijzonders is, slechts een klein griepje.
Opgelucht rijd je naar huis, en zó gek: met die tweede heb je die hele huisartsenpost helemaal niet van binnen gezien. Sterker nog, je zou toch zweren dat baby 1 ook nooit echt ziek is geweest?!
- En hoe jij met die ellendige ziektes maar door bleef werken.
Twee paracetamol in je flikker, en dóór. Tenzij je een gevalletje buikgriep hebt, wat het werken echt onmogelijk maakt. Maar voor de rest zit je gewoon achter je bureau, met je tien crèchevirussen onder de leden. Niet om te werken, welnee zeg. Puur om te overleven, zit je daar. Met het enige wat er uit je modderige hersens komt: de gedachte dat het bijna weekend is.
Ook dat lijk je je gewoon niet meer te herinneren. Totdat die zieke collega naast je met zwarte wallen en kokhalsneigingen bijna van haar stoel glijdt. Dan denk je: oh ja. Dat was ook zo.
- Sowieso al die werkfenomenen.
Zoals die vreselijke jankbui op je eerste werkdag omdat je je kind naar de opvang moest doen, terwijl er in je hoofd de mantra ‘verdorven moeder ben je’ wordt afgespeeld. Of juist de stiekeme opluchting dat je ein-de-lijk weer aan de bak mocht, waar je je dan ook weer schuldig over voelt, de 24 belletjes naar de crèche die je je die eerste dag pleegt, dat stinkhok met uitzicht op de parkeergarage waar je hebt zitten kolven maandenlang, die imponerende, nietszeggende Excell-sheets die je je baas laat zien om te maskeren dat je gewoon echt niet wist waarmee je bezig was…
De kantoortuin is de kantoortuin en blijft de kantoortuin, gelukkig maar. En daarin vergeet jij net zo snel dat je een op je tandvlees lopende moeder was, als dat gênante moment waarop die eikel van de marketingafdeling met de stagiaire heeft lopen tongen. De verhalen gaan snel bij het koffiezetapparaat, en dat is maar goed ook. Kun jij gewoon weer verder met waar je maanden geleden gebleven was.
- Dat je jezelf erin luist, dat moederschap.
Want ja dat het aanpoten is, dat weet je echt alleen dat eerste jaar. Wat er dan gebeurt? Dan luis je jezelf erin. Denk je dat je het allemaal wel aankunt. Nu zeker, als door de wol geverfde moeder. En ga je voor de tweede. Om tijdens de eerste dagen van je zwangerschap te denken: ik heb mezelf erin laten trappen. Oh crap! Om dat vervolgens ook weer te vergeten. En dan. Oh nee. Het zal toch niet waar zijn?!?
Tof als kraamcadeau of gewoon voor jezelf: bestel hier de boeken van Franke.