10 onverwachte voordelen van peuters ten opzichte van baby’s
Peuters –de helft van de tijd zou je ze wel achter het behang willen plakken. Maar ten opzichte van baby’s en dreumesen bieden peuters ook genoeg voordelen.
LEES OOK: Waarom peuters het soms ook gewoon heeeel errug zwaar hebben (!)
“Wacht maar tot ze peuter zijn.” Ik weet nog dat mensen dat tegen me zeiden toen mijn peuters nog baby’s en dreumesen waren. De peutertijd hing twee jaar lang als een soort zwaard van Damocles boven ons hoofd. Want dán zou het moederschap pas echt zwaar worden. Ik geloofde het allemaal maar half. Zouden onze voorbeeldige dreumesen echt in peuterzilla’s veranderen? Zouden ze het uiterste van me gaan vergen? Gillend op de grond gaan liggen in de supermarkt? Ehm, ja dus. Inmiddels heb ik twee volbloed peuters en zit ik aan het einde van een lange middag soms huilend in een hoekje. Terwijl de peuters naakt gillend door het huis rennen, een spoor achterlatend van kruimels, pindakaas, versnipperd papier, klei, melk, poep, plas en losgepeuterde onderdelen van God mag weten wat. Tot voor kort kon ik de boel nog redden door de peuters tijdig uit te laten, maar momenteel komt het daar nauwelijks meer van, omdat A. peuters weigeren om kleren aan te trekken, B. peuters weigeren in buggy of fietsstoeltjes te zitten, of C. peuters om de haverklap op straat gaan liggen omdat ze niet meer verder willen lopen. Gaan we toch ergens heen, dan trek ik er anderhalf uur voor uit om iedereen klaar te maken voor vertrek en doe ik schietgebedjes voor een goede afloop. Maar goed, laatst kwam ik een moeder tegen met een baby en een dreumes en toen herinnerde ik me dat die fases ook zo zijn uitdagingen hebben. En dat er aan peuters, als je het goed bekijkt, ook veel voordelen kleven. Namelijk deze.
- Peuters kunnen zich verstaanbaar maken.
Nog niet altijd even vlekkeloos, maar ze kunnen meestal wel aangegeven of ze iets willen eten of drinken. Meestal willen ze trouwens KOEKIES, maar daar moet je je niks van aantrekken. - Peuters kunnen traplopen.
Kort na hun tweede verjaardag is dat nog een heikele onderneming, maar voor je het weet doen ze het zelfstandig. Dat scheelt me toch een hoop gedoe! Voorheen was traplopen hier in huis een bloedstollend avontuur, waarbij ik meestal één kind onder mijn arm had en er eentje probeerde naar boven te manoeuvreren. Tegenwoordig loop ik gewoon naar boven en roep dan naar beneden: ooo, kom eens kijken! Dan staan beide peuters binnen anderhalve tel naast me. - Peuters kunnen kleine opdrachten uitvoeren.
Luiers weggooien, hun eigen drinken pakken, het puzzelstukje zoeken dat is kwijtgeraakt, de ramen zemen, een boterham smeren, laarzen aantrekken: peuters draaien er hun hand niet voor om. Mits hun hoofd er naar staat uiteraard. En op hun eigen manier (standaard de linkerlaars aan de rechtervoet en andersom). - Peuters hebben humor.
Om een goeie grap hoef je bij een baby niet aan te komen, maar met peuters kun je lachen. Ze lachen trouwens ook heel vaak en hard om jou en daar hoef je maar heel weinig voor te doen. - Peuters kunnen je verrassen.
Met de allerliefste kusjes, de allergrappigste uitspraken, kopjes denkbeeldige thee, volstrekt onnavolgbare logica, een eerste echte volzin, de eerste tekenen van een eigen smaak. Met een peuter wordt het leven nooit saai. - Peuters onthouden dingen.
Wie opa en oma zijn en dat ze cadeautjes meebrengen. Dat ze ‘s middags een koekje krijgen. Hoe laat papa precies thuiskomt en dat het leuk is om dan voor de deur te gaan liggen wachten. Dat je vorige week je hoofd hebt gestoten en er daarom vandaag weer een extra kusje op krijgt. Een en ander brengt wel met zich mee dat je moet oppassen met vloeken en dat je tot half april sinterklaasliedjes aan het zingen bent, maar leuk is het wel. - Peuters weten wat ze willen.
En vooral ook wat ze níet willen. Meestal heel irritant, vooral als het haaks staat op wat jij voor ogen had. Aan de andere kant: als je wat vaker met ze meebeweegt, scheelt het beide partijen energie. En het is hoe dan ook makkelijker dan gissen wat er scheelt bij een huilende baby. - Peuters hebben iets aandoenlijks.
Hoewel ze eergisteren zelf nog een baby waren, zijn peuters bijvoorbeeld dol op baby’s. Misschien omdat het de enige mensen zijn die beduidend kleiner en minder ver ontwikkeld zijn dan zijzelf – maar er is niets zo aandoenlijk als een peuter die zich over een baby ontfermt. Of rondsjouwt met een pop in een draagzak, terwijl jij je eigen draagzak pas eergisteren op Marktplaats hebt gezet. - Peuters willen je graag helpen.
Je zíet een peuter gewoon groeien als ie mag helpen de boodschappen uit te pakken, de was op te vouwen, het cakebeslag te maken of de afwas te doen. Zaak is wel al je verwachtingen los te laten over het eindresultaat. - Peuters zíen dingen.
Het pluisje dat op een mier lijkt. De maan die ‘s morgens nog ijl door de wolken piept. Het vuiltje in het bad dat natuurlijk een moedervlek is. Door peuters zie je ineens weer dat de wereld een magische plek is – als je maar goed oplet.
LEES OOK: Waarom ik de peutertijd veel leuker vind dan de babytijd
Janneke (45) heeft drie dochters: een tweeling van 8 en een peuter van 2. Over de tweelingzwangerschap en -hectiek van de eerste jaren schreef ze het boek O jee het zijn er twee. Tegenwoordig probeert ze vanuit intuïtie en creativiteit te balanceren tussen haar werk als schrijver en het moederschap van drie meiden. Je kunt haar belevenissen ook volgen op haar Instagram.