Eten met een P is altijd goed

29.10.2015 18:30

Martijn vindt koken voor kinderen maar ondankbaar werk. Zijn dochters zijn tegenwoordig van het kieskeurige soort als het om eten gaat, dus daar sta je dan met je verantwoorde pan wokgroenten… Hij kan het net zo goed meteen de kliko in gooien. Daarom maakt hij het zichzelf makkelijk als vrouw van huis is en serveert hij eten met een P…

Het is herfstvakantie. Eva gaat uit logeren, net zoals twee dagen geleden. Cat heeft avonddienst, dus ik zit alleen met twee meisjes van 4 en 6 jaar oud – niet de beste eters. Ik zie op tegen het avondeten. Eten met twee van die kleintjes is nog erger dan helemaal in je eentje eten. Als je alleen thuis bent, kun je precies eten wat jij lekker vindt. Nu heb ik allerlei verantwoordelijke gevoelens, die me influisteren om ‘iets gezonds met groenten’ te maken. Maar die twee van mij hebben weer een slecht-eten-fase, dus grote kans dat ik met een driekwart bloemkool of een hele pan roerbakgroente blijf zitten. Bovendien, als ik alleen ben is het moeilijk om er twee met dwang aan het eten te krijgen – dus geef ik het bij voorbaat op. We eten iets met een P.

Er zijn van die weken, dan eet je alleen dingen met een P: patat, pizza, poffertjes, pannenkoeken.
Vanavond wordt het dat laatste. Ik heb een flink pak spek gehaald en zwaar bier voor het ‘roesje’ tijdens het bakken: ik heb er helemaal zin in. Beslag hadden we nog, multivitamine ook. Thank god voor multivitamine. Je geeft ze een pilletje en weg schuldgevoel. In één keer ben je weer een goede ouder – dubbel zelfs, want je bent leuk en gezellig (pannenkoeken eten is immers véél gezelliger dan bloemkool), én je zorgt voor genoeg voedingsstoffen. Het klinkt vast wat gemakzuchtig allemaal, maar we eten heus niet elke dag iets met een P. Nou goed, gisteren aten we patat met kipschnitzels, maar die patat was van verse aardappels en de schnitzels waren zelf gemaakt, dus dat telt niet.

Nadat ik het biertje koud heb gezet, breng ik Eva naar haar vriendinnetje. Bij de deur zwaai ik naar haar en ze verdwijnt meteen naar boven om te spelen. Mijn vaderhart smelt: heerlijk als ze het zo naar haar zin heeft. Het is maar goed dat ze vanavond niet thuis is, want eergisteren aten ze bij dat klasgenootje ook al pannenkoeken. Voor ik weer op de fiets stap, wens ik de moeder van Eva’s vriendinnetje grappend veel succes met de twee giebelmeiden. “Oh, we redden het wel vanavond,” zegt ze. “We eten pannenkoeken.”

Lees ook: Waarom het gezinsleven hetzelfde is als politiek bedrijven.