Hoe een zwaar autistisch jochie (4) nu een superkleutertje wordt

29.03.2015 11:01
vaderdag graf bezoeken

Vala, moeder van een autitstisch jongetje, schrijft een brief aan haar zoontje (4). Zijn vooruitzichten waren heel slecht, hij was ‘zwakbegaafd’, maar hij ontwikkelt zich tot een geweldig en slim jochie.

Deze week is het Autismeweek. Een week waarin we landelijk aandacht vragen voor mensen zoals jij. Waarin we proberen een beetje meer begrip te kweken bij de buitenwereld voor het feit dat jij ‘anders’ bent. Maar ook vooral: waarin we stil staan bij hoe bijzonder je bent. En hoeveel je weet, kunt en doet. Juist omdat je ‘anders’ bent. En voor mij, als moeder, een week van reflectie op jouw, mijn, ons leven met autisme. Om nog eens extra goed naar je te kijken. Naar hoe lief je bent. Hoe slim. Hoe mooi. En om je weer eens te vertellen hoe trots ik op je ben.

“Van een wanhopig, boos, klein jongetje, met de ene driftbui na de andere, naar een vrolijke, ontspannen kleuter.”

Want, mijn lieve Terrorist, wat ben je ver gekomen. In zo’n ontzettend korte tijd. Van een wanhopig, boos, klein jongetje, met de ene driftbui na de andere, naar een vrolijke, ontspannen kleuter die veel meer is dan alleen maar een autist. Een autist, eerst klonk het als een scheldwoord, maar dat is het nu al lang niet meer. Dat autisme maakt je wie je bent en oh, wat ben je er toch prachtig door. Ik ken tenslotte geen andere jongetjes van 4, die later bioloog in Afrika willen worden en net zoveel van slangen weten als jouw grote vriend Freek Vonk. Ik ken ook geen jongetjes van 4 jaar die bloedserieus aan een volslagen vreemde vragen of ze wel gestemd heeft voor de Provinciale Staten, omdat dat toch wel heel belangrijk is. En ik ken al helemaal geen kleine jongetjes, die zulke mooie blauwe ogen hebben als de jouwe. Met zoveel wijsheid die daarin te zien is.

“‘Ontwikkelingsachterstand’, ‘niet leerbaar’, dat soort woorden zijn steken recht in het ouderlijk hart.”

Minder dan een jaar geleden, was je zogenaamd nog ‘zwakbegaafd’. Althans, dat zeiden toen de testen. Wij, manlief en ik, je ouders, geloofden daar toen al helemaal niks van, maar toch was het even slikken. ‘Ontwikkelingsachterstand’, ‘niet leerbaar’, dat soort woorden zijn steken recht in het ouderlijk hart. Niet omdat je kind nou zo nodig een kleine Einstein moet worden, maar omdat het leven met zulke termen wel een hele grote opgave wordt. En je gunt je kind nou eenmaal zoveel meer. En meer, dat zul je zeker krijgen, want een klein jaar later ben je volgens precies dezelfde testen opeens bovengemiddeld intelligent. Vier kalenderjaren kunnen we voor jou nog maar afstrepen, maar van binnen zijn het er eigenlijk al zes, vertellen ons de onderzoeken. Blijk je het taalgevoel van je moeder en het inzicht van je vader te hebben. Autistisch? Ja, dat zul je altijd blijven. Maar met je hersens, je geest, je ziel, is helemaal niks mis.

“Je vertelt me dat je niet weet waarom je met sommige dingen niet kunt stoppen, dat je echt je best doet, maar het soms gewoon niet lukt.”

Ik ben trots, omdat je opeens kunt vertellen dat je hoofd je in de weg zit. Dat het daar binnen altijd maar zo vol is, dat je het soms gewoon even niet meer weet. Dat je dan druk gaat doen en helaas ook wel vervelend, maar dat je dat eigenlijk helemaal niet wilt. Je vertelt me dat je niet weet waarom je met sommige dingen niet kunt stoppen, dat je echt je best doet, maar het soms gewoon niet lukt. Ik sta erbij, ik kijk ernaar en kan mijn verbazing maar heel moeilijk onderdrukken. De meeste kleuters weten van voren niet eens dat ze van achteren leven en jij kunt al in je eigen hoofd kijken. Weet je wel hoe knap dat is?

Als we samen door de polder fietsen, ben ik het gelukkigst. Ik trappend, jij achterop, met je handjes op mijn rug. Je stelt me duizend vragen, waarvan ik de helft niet kan beantwoorden, zingt een zelf verzonnen liedje, of luistert gewoon alleen maar naar het ruisen van de bomen die voorbij glijden. Als ik hard fiets, moet je lachen, zeg je dat het voelt alsof we vliegen. En ja, mijn lieve Terrorist, met jou voelt het alsof we vliegen. Omdat ik door jou boven mezelf uit stijg.

“Het is niet altijd even fraai, mezelf te zien in die spiegel die jij me steeds maar voor houdt. Want dat autisme haalt niet altijd het mooiste in mij naar boven.”

Je hebt van mij een ander mens gemaakt, zonder jou was ik nooit geweest wie ik nu ben. Het is niet altijd even fraai, mezelf te zien in die spiegel die jij me steeds maar voor houdt. Want dat autisme haalt niet altijd het mooiste in mij naar boven. Maar toch durf ik wel te zeggen dat door jouw ‘anders’, ik iets ‘beters’ ben geworden. Een geduldiger mens, een liever mens, een opener mens. De moeder die ik zonder jou helemaal nooit had kunnen zijn. En stiekem ben ik daar ook trots op. Want, net als jij, ben ook ik heel ver gekomen. Hand in hand hebben we meer uit onszelf weten te halen dan we ooit gedacht hadden dat er in ons zat. Samen zijn we geklommen, samen hebben we overwonnen. Ik heb jou geholpen, maar jij mij misschien nog wel meer. Dus dankjewel, mijn lieve Terrorist, want jij maakt mij de mooiste versie van mezelf.

Deze week is het Autismeweek, maar alle andere weken van het jaar, ben jij net zo bijzonder. Omdat je niet alleen autistisch bent, maar vooral nog zoveel meer. Ik hoop dat we deze week een klein beetje meer mensen kunnen laten zien wat ik zie. Een 4-jarig jongetje en al die andere mensen met hem, die net een beetje anders zijn, maar daarom nog niet minder, leuk, slim, goed. Daarom nog niet minder mens. Een hele week om te leren kijken door de ogen van degenen voor wie de wereld een andere plek is dan voor de meeste mensen. En wat zie je dan opeens een mooie dingen. Maar vooral: een hele week om te vieren dat jij mijn zoon bent. Want dat is absoluut een feestje waard.

Op Vala’s blog, Stadsmeisje op het platteland, kun je meer lezen over haar leven met haar autistische zoon en de rest van haar gezin op hun boerderij in de Achterhoek.

Lees hier hoe Vala als moeder gewoon wist dat er iets was met pasgeboren kind. Maar wat ze soms op straat te horen krijg, geloof je niet…