10 dingen die ik leerde tijdens mijn eerste jaar moederschap

06.06.2016 05:00
eerste jaar, moederschap

Toen ik een jaar geleden moeder werd, wist ik van toeten noch blazen als het op moederschap aankwam. En eigenlijk doe ik nog steeds maar wat. Maar inmiddels ben ik wel een paar inzichten wijzer geworden. Zomaar wat dingen die ik leerde van mijn eerste jaar moederschap.

Lees ook: 15 dingen die het moederschap een STUK lichter maken

  1. De roze wolk komt op een willekeurig moment. Misschien heb je geluk en zit je tijdens de kraamtijd al op een roze wolk. Eet je de hele dag gelukzalig fruithapjes die de kraamverzorgster aan komt dragen, met een glimlach op je gezicht die er niet af te beitelen is, terwijl je kind voorbeeldig naast je ligt te slapen. Maar misschien ook niet. In mijn geval – met een premature tweeling met opstartproblemen, een ontstoken keizersnede, een vlooienplaag en nog zo wat dingen – was de wolk meer donkergrijs met roze spikkels en het was trouwens ook helemaal geen wolk, het was meer een orkaan. Maar zoals dat gaat met het weer: na een orkaan komt zonneschijn. Bijna een jaar later, toen we met het gezin op vakantie waren, we niet hoefden te koken, werken, wassen of schoon te maken, de fruithapjes gewoon bij het ontbijt stonden, de kinderen alsnog voorbeeldig sliepen, en we bovendien de hele dag uitzicht op zee hadden, toen was daar alsnog de roze wolk.
  2. Elk gehuil houdt een keer op. Was een opmerking van mijn zwager, waar ik me dankbaar aan vasthield als we weer eens urenlang met twee huilende kinderen in onze armen zaten. En ja hoor, er kwam altijd een moment dat ze niet meer huilden, maar vredig lagen te drinken, te slapen of schattig voor zich uit te kijken zoals alleen baby’s dat doen. En naarmate ze groter, sterker en zelfstandiger werden, huilden ze steeds minder. Gelukkig doen ze het af en toe nog wel, want anders zou je het nog gaan missen: dat je alles uit je handen moet laten vallen omdat je echt even een huilend kind moet knuffelen.
  3. Baby’s worden steeds leuker. Ze zijn natuurlijk al retepoepeschattig zodra je ze gebaard hebt (ja, eigenlijk al op de twaalf-weken-echo), maar het goeie nieuws is: ze worden nóg leuker. Bijvoorbeeld als ze voor het eerst naar je lachen, als ze ‘tata’ gaan zeggen, hardop gaan schateren, de kat gaan achtervolgen, naar wildvreemden beginnen te zwaaien en zichzelf vakkundig ondersmeren met taart op hun eerste verjaardag.
  4. Tijd is een raar iets. En dat merk je nu pas. Bijvoorbeeld: er zijn nachten dat je elk uur op de klok voorbij ziet komen en man, wat duurt zo’n zwangerschap lang. En in de kraamweek lijkt elke dag wel een week. Maar op de eerste verjaardag van je kind moet je toch ineens een beetje beteuterd vaststellen dat iedereen gelijk heeft gekregen: wat is het hárd gegaan. Vloog de tijd vroeger ook zo snel voorbij, of zaten er gewoon minder dagen in het afgelopen jaar?
  5. Lang leve de medemoeders. Tuurlijk, je beste vriendinnen zijn goud waard, of ze nou wel of geen kinderen hebben. Maar als je moeder wordt, wordt er ineens ergens een blik nieuwe dierbaren opengetrokken: de medemoeders. Je kende ze voorheen niet, maar nu mag je er zomaar je kind stallen, een borstkolf komen lenen, klagen over slapeloze nachten, en gratis koffie en advies halen. Echt, zonder de medemoeders ben je nergens. En ze vallen zomaar uit de lucht zodra je moeder bent geworden! Wat een zegen.
  6. Rijstwafels zijn ongezond. En diksap ook. Je mag je kind rustig laten huilen, maar die dikke fles pap voor het slapengaan dient tijdig te worden afgebouwd. Al die richtlijnen en waarschuwingen – je zou van minder gestrest worden. Ze suggereren dat je het ‘fout’ en ‘goed’ kunt doen als moeder. Terwijl er volgens mij maar één ‘goeie’ manier is: je gevoel volgen (en als je daarbij een richtlijn opvolgt, is dat mooi meegenomen). Op diksap zijn hele generaties groot geworden zonder obees te worden en een incidentele rijstwafel lijkt mij eerlijk gezegd ook onschuldig. En op een fles pap slapen die van mij vooralsnog prima. Beter dan van laten huilen. Dat brengt me op het volgende punt:
  7. Adviezen zijn ter inspiratie. Niet alleen die van het Voedingscentrum en het consultatiebureau, ook die van je moeder, je buurman, tante Nellie en je collega’s. Ja, misschien hebben zij al eens met het bijltje van het ouderschap gehakt, van mijn part zijn ze er op gepromoveerd. Maar ze zijn niet de moeder van jouw kinderen. En jij wel.
  8. Feiten zijn er om achteraan te lopen. In elk geval sinds je moeder bent. Want er is altijd wel een pak melk op, een batterijtje leeg, een schroefje los, een knuffel kwijt, een legoblokje verdwaald, een boodschap vergeten, en een romper bepoept. Daar doe je gewoon niets aan. Behalve het accepteren.
  9. Je kind gaat ergens vanaf vallen. Hoe voorzichtig je ook bent, hoeveel cursussen baby-EHBO je ook hebt gevolgd, en hoe babyproof je huis ook is, op een dag valt je kind toch van de bank/het bed/de commode/iets anders. Bijvoorbeeld omdat je andere kind op dat moment z’n vingers in een stopcontact probeert te steken, er net brand is uitgebroken bij de buren of omdat hij ergens op is geklommen wat praktisch onmogelijk leek, net toen je even op de wc zat. En dan breekt je moederhart, want je zou je kind het liefst de hele dag als een kangoeroe in je buidel bij je dragen, zodat het niks overkwam, en dat voor de rest van je leven. Maar dat zou je kind op een dag dan weer heel erg saai en vervelend gaan vinden, en bovendien lijkt het me uiteindelijk ook best zwaar, zo’n puber in een buidel.
  10. Alles is relatief. Dat was het natuurlijk al, maar nu je moeder bent lijkt alles gewoon nog… relatiever. Een flitsende carrière, een groot huis, de hipste tas, een blokjesbuik, stomende seks, een berg geld… geluk zit in zúlke andere dingen. Een kind dat na een koortsdelirium weer helder uit z’n oogjes kijkt bijvoorbeeld. Of dat midden in een slapeloze nacht voor het eerst papa tegen je zegt (strikt genomen heet je mama en papa zelf ligt in diepe slaap, maar dat doet er nu niet toe). Oké, een groot huis is best handig als je veel kinderen krijgt en een berg geld ook, en persoonlijk word ik van werken en seks ook best blij, maar dat mijn geluk er niet van af hangt, dat besef ik nu meer dan ooit.

Lees ook: 12 Dingen die je bij de tweede héél anders doet dan bij de eerste